USA Virgin Islands (USVI)
Zondag, 8 Mei 2011
Als de Seaquest nog even moet wachten op haar nieuwe accu’s gaan we alvast een eindje vooruit. Het plan is om uit te klaren in Sopers Hole op Tortola en de volgenede dag naar St. John (USVI) te varen.
Bij de douane blijkt, dat het stempel in ons paspoort voor de BVI al een week verlopen is. Hadden we niet zo op gelet. Verlengen is geen optie. We zijn illegaal en moeten “het land onmiddelijk verlaten”. Dat doen we dan maar, en nog ruim voor het donker meren we af aan een boei in Francis Bay, een mooie baai op St. John, USA.
Zonder problemen klaren we de volgende dag in bij de US Customs in Cruz Bay. We meren er even af voor het douane kantoor. Dat blijkt dan wel $ 29.40 “docking fee” te kosten en we moeten ook nog onmiddellijk weer vertrekken, want de ferry komt er aan.
Om de hoek, in Caneel Bay, vervangen we de gele vlag door de “Stars en Stripes” met de “USVI” vlag eronder. Dat staat wel stoer, vinden we.
St. John is een groot natuurreservaat. Wel mooi, maar niet erg bijzonder en er is verder weinig te beleven. Goede reden om weer verder te gaan naar St. Thomas.
We ankeren in de baai voor Charlotte Amalie, de hoofdstad, waar de straatnamen er nog op wijzen dat het eiland voorheen Deens was. Daar liggen we naast de Cruise-boot terminal. Elke nacht meren er drie grote cuiseboten af, die dan de volgende avond weer vertrekken. Afgezien van talloze tax-fee juweliers vinden we hier een grote supermarkt en zelfs een K-Markt op loopafstand.
We verkassen naar Crown Bay Marina waar een grote Yamaha dealer is gevestigd. Daar doen we onszelf een nieuwe dinghy kadoo. Een echte RIB met een wat sterkere motor dan we hadden, net niet te zwaar om in de davits te kunnen. Dat maakt het leven achter ons anker een heel stuk gemakkelijker.
Inmiddels horen we dat ook de Seaquest onderweg is naar St Thomas, en zien we uit naar een gezelllig weerzien.
.
.
.
.
.
.
.
.