Bonaire

Bonaire, maandag 13 juni 2011

Het is alweer ruim twee weken geleden dat we vastmaakten aan een meerboei voor Kralendijk op Bonaire. Inmiddels weten we, dat Bonaire niet zoiets betekent als “Frisse Lucht”. Het werd door Indianen in de 12-de eeuw al Bojnaj (= Laagland) genoemd. Bonaire is inderdaad plat en ongeveer zo groot als Terschelling. Met een kleine onderbreking is Bonaire Nederlands sinds 1636. De huizen hebben pannen daken en er is een “Blokker” en een “Van Der Valk”, maar we betalen er met US-Dollars.
Kralendijk betekent natuurlijk “Dijk van Koraal”. Onder onze boot wuift dan ook het mooiste koraal. Er zwemmen talloze bonte vissen. Het is hier een snorkel-paradijs. Ondanks meer dan 150 duikscholen is het toerisme nog maar beperkt ontwikkeld. Geen torenhoge hotels langs een brede boulevard. Geen stoplichten. Slechts een paar verharde wegen.

Op maandag 23 mei maakten we los in Puerto Del Rey, Puerto Rico,  en gingen samen met de Seaquest voor anker “om de hoek”  bij Isla Pineros. We willen naar Bonaire, maar er is nog geen wind. Wel regen. De verwachting is oost-zuid-oost , 15 tot 20 knopen, voor het einde van de week. Op woensdag gaan we alvast op de motor zuidwaards om wat hoogte te winnen voor als de wind later zal aantrekken uit het zuid oosten. En dat doet die. Met 180 mijl in een etmaal verbeteren we ons eigen 24-uur record. Dat is leuk zeilen, ondanks dat de boordcomputer het even voor gezien houdt en het roer bij dit soort snelheden behoorlijk blijkt te lekken. Twee uur na de Seaquest maken we net voor het donker vast aan een meerboei bij Kralendijk. Het is vrijdag 27 mei.

We treffen het Bonaire Heineken Jazz festival. Geplanned voor 2,3 en 4 juni, maar de voorbereidingen gaan zondag al van start. Henk van Twillert met het saxofoon ensemble Vento do Norte uit Portugal  geven een adembenemend concert. En dan is er de street-parade en zijn er jam sessies en uiterraard ook happy hours en after parrties. Nina Strnad uit Slovenie weet ons gewedig te bekoren met haar fantastische stem.

Intussen bestellen wij bij Contest nieuwe seals voor de roerkoning en  proberen we in overleg met de werf uit te vinden hoe die te monteren als we straks op Curacao zijn. Op dit moment is het nog niet geheel duidelijk hoe we dat gaan klaren.

Als we wat  bekomen zijn van het muziekgebeuren, huren we voor het Pinksterweekend een kleine 4WD om het eiland verder te verkennen. Rincon was ooit de eerste plaats van het eiland en ligt vlak bij Fontein, waar het heel vroeger begon. Er is niet veel meer te beleven, behalve dan in “Rose Inn”, waar we onder schaduwrijke bomen genieten van een heerlijke stoofschotel. Aan de zuidpunt van het eiland ligt Pekelmeer. Het is verbonden met een groot complex van zoutpannen en afgezet met mooie witte piramides van zout.

Met onze 4WD hobbelen we over de onverharde wegen van het Nationale Park. Een grote cactus-tuin. Goed uitkijken voor overstekende ezels en geiten. In de ondiepe poelen zien we talloze flamingo’s. Op de grond krioelt het van de leguanen, vooral kleintjes. In de lucht zien we Caracara’s en bonte Parkieten, de gele Troepiaal en het Suikerdiefje.

Intussen is de nieuwe afdichting voor het roer aangekomen op Bonaire. De douane doet er nu al 4 dagen over om het pakje vrij te geven. Ze hebben erg druk, zeggen ze, en elke dag denken ze de papieren de volgende dag klaar te hebben. We horen dat het soms wel meer dan 10 dagen kan duren . We zijn hier in Caribisch Nederland.

Dagelijks meren we de dinghy af bij de steiger van Karels Bar. Er is internet bij het Stads-caffee, en  een  happy hour en ook een prima “dag-hap” voor een tientje. Bovendien is er een heel gezellige sfeer. We houden het nog wel even vol.

.