Raiatea, Taaha en Bora Bora
We zijn inmiddels met de Seaquest ( www.seaquest.nu ) aangekomen op Bora Bora. Het is een vulkaan, waarvan de ruige kraterwand boven het turquoise water uitsteekt. De krater is omringd met een lagune en een rif van koraal. Volgens de boekjes het mooiste eiland van Frans Polynesie. Inderdaad, de eilanden op weg hiernaartoe werden steeds mooier.
Zaterdag 12 mei vertrokken we van Huahine naar Raiatea. Raiatea ligt ca 20 mijl naar het westen. Het werd een tocht met hindernissen. Als we vertrekken schiet eerst het anker ondersteboven in de kluis en zit daar muurvast. Er staat weinig wind. Terwijl we op de motor varen, sleutelt Thijs het anker los, zodat het weer netjes op de boeg komt te hangen. De schade blijft beperkt tot een paar kleine krasjes op de preekstoel.
Als we daarna het grootzeil uitrollen breekt de uithaallijn. Het zeil komt als een slappe doek aan de mast te hangen. We proberen nu geen noodoplossing, maar rollen het zeil weer in de mast. Op de motor varen we door, om op de volgende ankerplaats eens goed te kijken wat er gebeurt is.
Achter in de baai Faaroa ankeren we. Thijs en Huib Jan peuteren de resten van de uithaallijn uit de giek. De lijn loopt over 4 schijven en wordt hydraulisch bediend. We maken foto’s binnen in de giek. Daaruit blijkt dat een van de schijven gebroken is. De lijn is op de resten van die schijf doorgesleten.
De armen van Huib Jan zijn net lang genoeg om de gebroken schijf uit de giek te krijgen. We hebben helaas geen nieuwe schijf en ook niet iets dat er op lijkt. Om voorlopig weer even verder te kunnen, besluiten we om de volgende dag een nieuwe lijn in de giek te scheren, over de as van de gebroken schijf, in de hoop dat het niet te veel slijtage geeft.
In de baai waar we voor anker liggen mondt een rivier uit. De jungle omrande Apoomau rivier. Om half 7, de volgende ochtend, gaan we met de dinghy op pad. Met de motor en peddelend banen we ons een weg door de soms laag hangende bomen en planten. Het wordt een indrukwekkende tocht. We gaan tot de eerste stroomversnelling en dan terug. Na de middag gaan we anker op naar het plaatsje Opaa en ankeren voor het stadje, vlak voor de kade.
Daar bezoeken Wilma en Jannet en de kinderen de oudste der heilige plaatsen van Raiatea: de Manae Taputapuatea. Thijs en Huib Jan prutsen een nieuwe lijn in de giek. Omdat er 24 mogelijkheden zijn om een lijn over 4 schijven te scheren, verbaast het niet dat er de eerste keer iets vastloopt. Toch nog maar eens een nachtje over nadenken hoe het dan wel zou moeten. Voor de nacht gaan we naar een betere ankerplaats bij het idylische prive eiland “Ile Taoru”.
De volgende dag scheren Huib Jan en Thijs de uithaallijn opnieuw in de giek. Tot onze grote vreugde blijkt de lijn nu wel soepel te lopen en kunnen we na drie dagen voorlopig weer zeilen! We gaan naar het naastliggende eiland Taaha
Op Taaha bezoeken we een parel-boerderij. Er worden de “zwarte” Tahiti-parels gekweekt. We krijgen uitleg hoe een stukje weefsel samen met een kern van de nieuwe parel in een oester wordt ingebracht, waarna er een parel groeit. Op deze farm zijn drie duikers continu bezig met het uitzetten, schoonhouden en binnenhalen van de oesters. Het is erg bewerkelijk en de kans op een perfecte parel is relatief klein. Vandaar dat ze zo duur zijn. De donkere parels hebben iets mysterieus en er worden mooie sieraden van gemaakt.
Taaha heeft nog een andere specialiteit. Vanille. Van de vanille van Frans Polynesie komt 80% van Taaha en wordt gekweekt door familie bedrijfjes op de hellingen van het eiland. De volgende ochtend, dinsdag 15 mei, bezoeken we een van de grotere vanille-boerderijen. We varen om naar de baai Faaaha (alle letters uitspreken), waar we worden opgehaald voor een bezoek aan de boerderij. Daar liggen de donkere boontjes op tafels op linnen doeken te drogen in de zon.
We leren dat die donkere boontjes de vruchten zijn van een soort orchidee. Ze worden groen geplukt en moeten langzaam drogen om het aroma niet te verliezen. Slechts een paar uur per dag in de zon en de rest van de dag in katoenen lappen in donkere houten kisten.
De vanille stokjes worden ook nog met de hand gemasseerd om het aroma uit het binnenste los te maken en dan op lengte gesorteerd. De lange worden apart verkocht en de andere tot vanille poeder verwerkt. De oorspronkelijk Deense eigenaar van deze boerderij noemt zijn plek het “paradijs op aarde”, waar hij elke dag nog van geniet. Wij kunnen ons daar nu iets bij voorstellen. We kopen een fles vanille olie en wat “stokjes” en krijgen nog een tros bananen mee voor onderweg. Dan varen we door naar Bora Bora.
We zijn net op tijd om onze vrienden van de ARC tegen te komen. Die vertrekken de volgende dag. Wij willen nog een paar dagen genieten van Bora Bora en zijn van plan om de vloot later te volgen.
Die avond eten we uit in de Yacht Club met de Seaquest, Ensemble en At Last. Het is heel gezellig en ook bijzonder smakelijk. De volgende dag slapen we uit.