We zijn er bijna
Stille Oceaan, Donderdag 22 maart, 09o43’ Zuid, 137o35’ West, 19:15 UTC
De wind is nu helemaal op en komt hier de komende dagen niet meer terug. Nog 86 mijl te gaan. Er zit nog 300 liter diesel in de tank en we hebben 200 liter in jerry cans aan dek. Dat moet ruim voldoende zijn. De motor draait langzaam, 1700 toeren. We gaan 4,5 knopen door het water en hebben een halve knoop stroom mee. Daarmee komen we net na zons opkomst in Hiva Oa aan.
De oceaan is nog niet vlak. Gisteren avond nog een stevige bui met 25 knopen wind over ons heen gehad. Gelukkig tijdig zien aankomen. De luiken gesloten, de code-zero weggerold en het grootzeil gereefd. Er is geen maan. Het is aarde donker. Thijs met regenkleding in de kuip. Wilma en Michiel volgen de bui binnen op de radar. De regen klettert op het dek. We vliegen voor de wind uit. Na een uur is alles voorbij. De wind is weer verdwenen.
Dit was nog rustig in vergelijking met de avond ervoor. We voeren voor de wind onder grootzeil en uitgeboomde genua. Ook toen geen maan en aarde donker. De wind neemt toe tot 35 knopen. We sluiten de luiken. Het slingert heftig. Giek en spi-boom beurtelings in het water. Thijs en Michiel vieren de genua schoot en rollen het zeil op. De spi-boom blijft staan. Met het grootzeil voor de helft gereefd gaat het uitstekend. Ook deze bui was na een uur voorbij. Een donkere wolk trekt weg. De hemel is weer vol met sterren. Het lijkt alsof er niets gebeurt is. We zetten de zeilen er weer op en varen verder.
Onze grootste oversteek zit er nu bijna op. Dan hebben we bijna 3100 mijl afgelegd in 19 dagen. We hebben heerlijk gezeild en 200 mijl, 50 uur op de motor gevaren.
Nog 500 mijl
Stille Oceaan, Maandag 19 maart, 09o14’ Zuid, 130o10’ West, 17:00 UTC
We schieten weer goed op. Flauwtes lijken afgelopen en er waait een constante wind uit het Oosten. Onder grootzeil en onze lichtweer genua (Code Zero) zijn we iets noordelijker gaan varen voor meer wind. Met succes. Nu varen we recht op Hiva Oa af, pal voor de wind, onder uitgeboomde genua en grootzeil . Met 14 knopen wind in de rug en een halve knoop stroom mee gaan we 7 tot 8 knopen over de grond. We lopen een beetje in op de rest van de vloot. Luna Verde lijkt over het water te schuiven tot er weer een golf komt die de boot doet rollen. Spinakker boom en giek doen dan beurtelings hun best om het water te raken. Na een paar slingers houdt het op. Inmiddels staan de spullen in de kastjes allemaal zo vast dat het niet meer rammelt. Het bewegen aan boord is wel vermoeiend. We slapen en eten gelukkig prima. Als het zo door gaat zijn we over drie dagen op de Markiezen.
2000 mijl verder
Stille oceaan, , Vrijdag 16 maart, 10o31’ Zuid, 123o02’ West
Er is niemand te zien. Ook niet op de AIS en niet op de radar. In de lucht wat passaat wolkjes. Het waait erg onrustig, 6 tot 11 knopen recht van achteren. De genua staat uitgeboomd aan loef en we gaan met 4,5 knoop door het water. De stroom loopt mee, een halve knoop. Bij elkaar goed voor meer dan 100 mijl per etmaal. De 2000 mijl vieren we met een flesje wijn bij het eten, kipfilet met bleekselderij, geroosterde paprika, ui, wortel, knoflook, gember en mango chutney. Nu nog 1000 mijl te gaan, elke dag heerlijk eten, maar verder alcohol-vrij.
.
.
Na een vlotte start op zondag 4 maart was de wind al snel op. We moeten verder naar het zuiden om uit het onstabiele weer te komen. Na 8 uur op de motor gaan de zeilen erop. Het is dan nog buiig, maar het waait in ieder geval. De volgende nacht begint het pas echt lekker te lopen. 20 Knopen wind. Een paar dagen achtereen maken we 180 mijl per etmaal. Dat schiet goed op. In buien gaat het er soms stevig aan toe. Een keer loopt de stuurautomaat uit zijn regeling. De genua komt bak te staan en de giek hangt aan de bulletalie. De boot is gelukkig vlot gekeerd en weer op koers.
De nachten zijn heel mooi. We zien de Grote Beer aan stuurboord en het Zuiderkruis, dat in de vlag van Australie staat, aan bakboord. Voor ons staan Venus en Jupiter dicht bij elkaar en achter ons staat Mars. Voor het eerst zien we een stukje van de zuidelijke sterrenhemel.
Elke dag maken we stroom en water en bekijken we de weersverwachting. Er ontwikkelt zich een buiengordel van oost naar west, tussen 6 en 8 graden zuid. Door ten zuiden van 9 graden zuid te gaan, ontlopen we het slechte weer en houden we gunstige wind. ’s Nachts onweert het in de verte.
Via de korte golf horen we elke ochtend de posities van de andere schepen. De ARC-vloot ligt inmiddels al meer dan 500 mijl uit elkaar. De Seaquest, die dicht bij ons vaart, kunnen we bereiken met de marifoon. Erg gezellig. Het is een super moment als we de Seaquest midden op de Stille Oceaan vlakbij passeren.
Met dank aan Seaquest, Jannet, voor de mooie foto’s.
Ontbijt, lunch, en diner zijn vaste momenten van de dag. We eten zeer afwisselend en lekker. Het menu wordt vooral bepaald door wat er rijp is en gegeten moet worden. De visvangst valt wat tegen, slechts een wahoo, maar groot genoeg voor drie personen. Brood bakken gaat uitstekend. Helaas is er een koelkast uitgevallen. Maar die was al behoorlijk leeg en gelukkig hebben we nog een koelkast. Geen probleem dus.
Een grote walvis zwemt ons tegemoet. Hij komt vlak langs, griezelig groot, langer dan de boot, en blaast regelmatig een wolk nevel in de lucht. Het lijkt alsof hij ons niet opmerkt. Gelukkig maar.
Maar nu is de wind bijna op en zal de komende drie dagen niet terugkomen. We dobberen langzaam vooruit. 700 liter diesel zit er nog in de tank. Goed voor 1000 mijl met 6 knopen. Misschien gaan we morgen een dagje motoren.
Overstekende Leguanen
Ayola, Santa Cruz, Galapagos, Equador, vrijdag 2 maart 2012
Rondvaren langs de Galapagos eilanden is tegenwoordig strikt gereglementeerd. We hebben van de ARC een “autografo” gekregen, waarmee we vier havens mogen aandoen volgens een tevoren ingediend vaarplan. In elke haven moeten we inklaren en uitklaren. Dat gaat gepaard met een geweldige papierwinkel, met onduidelijke en steeds wisselende tarieven en computersystemen die niet altijd evengoed communiceren. En dan ontbreekt er een formulier. Dat stagneert de bureaucratie. Niemand heeft haast en wij hebben geleerd geduldig te zijn.
Gelukkig hebben de zeeleeuwen, de leguanen, de pinguins, de haaien, de jan-van-genten, de fregatvogels en de reuzeschilpadden nergens last van. De dieren zijn absoluut niet schuw, wat de Galapagos heel bijzonder maakt. Opvallend is dat hier geen palmbomen groeien (behalve een enkele bij de ingang van hotels). Kennelijk zijn de kokosnoten niet vergenoeg gedreven. Het is er primitief. Er zijn bijna geen wegen maar wel heel mooi aangelegde wandelpaden.
Van Puerto Baquerizo Moreno op Isla San Cristobal varen we in een dag naar Puerto Ibarra, op Isla Floreana. Een soort kleine nederzetting. Het eiland ziet er een beetje saai uit. We varen langs “post office Bay” waar sinds de 18-de eeuw Britse walvisvaarders hun post achtelaten in het “post vat” om door anderen meegenomen te worden naar huis. Dat schijnt nog steeds te kunnen, maar we besluiten niet aan wal te gaan. Scheelt een keertje in- en uitklaren.
Dan naar Puerto Villamil op Isla Isabela. Daar gaan we voorzichtig om de rotsen heen naar een hele mooie ankerplek. Op de rotsen wonen pinguins. Een enkeling laat zich maar zien. De zeeleeuwen zijn weer heel talrijk. Eentje heeft er een slaapplekje gevonden op ons zwemplatform, waar we hem toch maar even wegsturen als we weer terug aan boord willen komen.
In Puerto Villamil zijn de stoepen mooi aangelegd, maar de straten zijn zand en zonder riolering modderpoelen als het regent. En dat doet het een keer per dag heel heftig. In een lokale uitspanning eten we heel smakelijk het drie gangen menu van een soort waterzooi, vis met rijst en linzen en een glas vruchtensap. Langs het wandelpad naar de Schildpaddenfarm komen we veel leguanen en flamingo’s tegen.
Ook de Seaquest komt naar Isabela. Huib Jan regelt een rondrit in een rustiek voertuig met banken en een dak naar de Cave du Sucre (en lava grot, genoemd naar de ontdekker Auguste du Sucre)en de Mirador du Mango (prachtig uitzicht op een indrukwekkende mango boom). Dat het gaat regenen druk de pret niet. We genieten van een late lunch bij de Italiaan en het “happy-hour” op de Seaquest eindigt in een gezellige en overheerlijke maaltijd van Jannet.
Ten slotte naar Puereto Ayora op Santa Cruz. De touristische hoofdstad met veel souveniers, en excursies. Wij hebben het gevoel dat we alles inmiddels gezien hebben en besteden de tijd om de boot weer in te richten en uit te rusten voor de grote oversteek naar de Markiezen (3000 mijl). We wassen en gaan naar de markt voor verse spullen. De ARC regelt dat er diesel aan boord gebracht wordt. Dat gaat wonderbaarlijk goed met tenders met vaten en een pomp. Met nog eens 200 liter diesel extra aan dek in 10 vaten denken we 1000 mijl te kunnen motoren. Dat is misschien wel nodig omdat er nog steeds maar weinig wind is. De zuidoost passaat waait pas ten zuiden van de 7-de breedte graad zuid, en dat is 450 mijl hiervandaan. We zijn van plan om zondag 4 maart te vertrekken en nemen mooie herinneringen aan het jong vulkanisch landschap, de schildpadden en zeeleeuwen en het ongerepte Isla Isabela met ons mee.