Van Muros naar Portimão via Nazaré, 400 mijl
Portimao, donderdag 28 juli 2022
Zaterdag 23 juli is het zover. De vooruitzichten zijn gunstig. Wind uit noordelijke richting, kracht 3 tot 4, met voor zondagavond wat meer wind als we bij de zuidpunt van Portugal zijn. Daarmee zouden in ruim twee dagen de 300 mijl naar Lagos moeten kunnen varen.
We vertrekken om 9:15 uur uit de Ensenada de Bornaille in een ruime bocht om de “viveros”, schelpdierkwekerijen, heen. Om 9:45 zijn we onder zeil. Omdat er vlak onder de kust weinig wind is, sturen we eerst met een knik in de schoot tot 15 mijl uit de kust,. Zover uit de kust verwachten we ook minder visstokken tegen te komen. Daarna gaat het met windkracht 4 op een ruime koers naar het zuiden. Tot de volgende ochtend lopen we zo’n 7 knopen onder grootzeil en genua. Dat is heerlijk zeilen en geen visstok gezien.
Om 6 uur de volgende ochtend is de wind behoorlijk afgenomen, maken we nog maar weinig vaart en gaat de motor bij. Dan, ter hoogte van Figuera Da Voz, op 35 mijl uit de kust en met meer dan 800 meter diepte, varen we toch bijna op een visstok, waarschijnlijk een verdwaalde. De schrik zet ons wel aan het denken.
Als we doorvaren en niet helemaal buiten de “shipping lanes” om gaan, dan komen we in het donker ter hoogte van Cascais dichter onder de kust, waar we talloze onverlichte visstokken kunnen verwachten. Het aantal visstokken voor de Portugese kust is zo groot, dat als je blind rechtdoor vaart, je zeker over een of meerdere visstokken heen zou gaan. De visstokken zelf zijn niet zo’n groot probleem, maar door de lijnen die eraan vast zitten kunnen schroef en roer onklaar raken. Dat liever niet en helemaal niet in het donker. We besluiten daarom een tussenstop te maken in Nazaré, een plaatsje waar we op eerdere reizen niet gestopt waren.
Als we dan de volgende ochtend uit Nazaré zouden vertrekken, varen we met daglicht langs de kust en zouden we de visstokken kunnen ontwijken. Voorbij Cascais kunnen we dan in de nacht doorvaren ruim buiten de kust, waar we geen visstokken verwachten. Mooi plan vinden we.
Het waait 25 knopen als we ontvangen worden door de havenmeester van de marina van Nazaré. De marina blijkt behoorlijk vol te zijn. Eerst krijgen we een plaatje aangewezen aan lager wal, wat we niet zo heel aantrekkelijk vinden met de harde wind, maar na wat gepuzzel is er toch ook nog een plaatsje met de boeg in de wind. Met veel hulp meren we keurig af, 200 mijl nadat we vertrokken uit Muros.
Nazaré blijkt een historische vissersplaats, in recente jaren omgebouwd tot een moderne badplaats met een riante boulevard en een hele vriendelijke uitstraling. Er liggen kleurrijke vissersbootjes op het strand waar vis in de zon gedroogd wordt. Te leuk om slechts een nachtje te blijven, dus we besluiten om er nog een dag aan vast te knopen.
Dinsdag 26 juli om 9:00 uur maken we los in Nazaré. We varen met ruime wind naar het zuiden onder grootzeil met de motor zachtjes aan. Pas tegen middernacht, als we Lissabon ruim voorbij zijn neemt de wind wat toe, tot ca. 15 knopen, windkracht 4, en kan de motor uit. We zeilen op ruime afstand van de kust. Langzaam gaat het harder waaien. Als we de volgende ochtend Cabo de Sao Vicente naderen is het inmiddels windkracht 6 en draaien we een rif in het grootzeil. Om half tien maken we een stormrondje om met het zeil over de andere boeg verder te varen. We ronden de kaap en gaan verder richting Oost. Onder de beschutting van de kaap neemt de wind wat af en kan het rif uit het grootzeil. We willen een baaitje op zoeken om achter ons anker wat uit te rusten.
Maar dat valt tegen. We hebben het rif te vroeg uit het grootzeil gehaald. Na het passeren van de kaap neemt de wind weer toe tot windkracht 6. In de Enseada de Sagres, de Enseada de Baleeira en de volgende baaien is het zo onrustig dat we besluiten door te varen tot Portimão en te ankeren verder op de rivier.
Langs de zuidkant van Portugal liggen veel viskwekerijen en ook veel visstokken. En in een moment van onoplettendheid is het toch gebeurd. We varen over een visstok. Hij verdwijnt onder het schip, maar komt er niet meer achter onderuit. Onze snelheid neemt langzaam af tot dat we bijna stil liggen. Zou het toch gebeurt zijn dat er een visstok om onze kiel of aan het roer vastzit? Terwijl we een plan maken zien we plotseling de visstok achter de boot uit het waterkomen. Wat een opluchting. De snelheid neemt weer toe en er is geen merkbare schade.
Ankeren op de rivier blijkt geen goed plan. Ons anker houd slecht in de dikke laag dunne modder en blijft krabben, zodat we we langs de oever aan de grond lopen. Met behulp van de buren, die ons anker ver naar buiten uitbrengen, lukt het op de ankerlier en met motor volle kracht weer los te komen uit de klei. Om 4 uur in de middag en na 200 mijl ligt ons anker eindelijk stevig in het zand in de havenkom van Portimão.