Van Madeira naar Isla Graciosa (bij Lanzarote, Canarische eilanden)

Isla Graciosa, 3 september 2010

Madeira – Isla Graciosa

Het weer is stabiel met zo’n 10-15 knopen wind uit het noorden. Koers is 20 gr. Dat belooft weer een prachtige tocht te worden. We rekenen met een snelheid van 6.5 knopen. Als we dan maandag rond het middaguur vertrekken, zouden we woensdag ochtend net na het donker voor anker kunnen gaan.

De pilot beschrijft Isla Graciosa als een van de meest aantrekkelijke plekjes van de Canarische eilanden. Dat betekent waarschijnlijk, dat er helemaal niets is. Geen musea, geen oude gebouwen, geen opgegraven bibliotheken. Alleen beschutte ankerbaaitjes met goede ankergrond en een mooi strandje om met de opblaasboot te landen.

We vertrekken op maandag om 13:00 uur uit Madeira pal voor de wind met de fok te loevert om de Islas Desertas vrij te varen en om wat hoogte te verliezen, zodat we de rest van de tocht ongeveer halve wind kunnen varen.

Isla Graciosa in ochtendgloren

Zoals gebruikelijk reven we een beetje voor de nacht. Als ook de wind besluit om het voor de nacht wat kalmer aan te doen, maken we nog maar weinig voortgang. We hebben tijd genoeg.

Als we de volgende dag de genua vervangen door onze Code-Zero, de lichtweer genua,  komen we met een snelheid van 7-8 knopen gedurende de hele dag weer uit op het plan om woensdag ochtend aan te komen. De code-zero varen we op een rol. Als een lange worst bergen we dat zeil, 5 keer  opgevouwen, in een hoes in het gangboord, vanwaar we het gemakkelijk kunnen zetten en weer opbergen.

Na nog een nacht onder grootzeil en genua doemt de volgende ochtend Isla Graciosa op aan de horizon.

Menu del Dia met Sopa de Lentejas (linsen)

We gaan voor anker bij Playa Francesa, waar al een paar ander boten liggen. Een Zweed, twee Duitsers, een Engelsman en een Spanjaard.  De bodem is slechts een dun laagje zand op rots, maar op aanwijzingen van de Zweed blijven we goed liggen met 40 meter ketting op 7 meter diepte.

Inderdaad is het eiland erg kaal met vijf vulkaantopjes op een rij van noord naar zuid. Heel interessant voor geologen. Caleta del Sebo, op een half uurtje lopen van ons strandje, heeft iets van een  Marokaans dorp. Er zijn geen verharde wegen. Bij dat dorp is ook de haven, vanwaar er een bootverbinding is met Lanzarote. Het vervoer van en naar de verschillende strandjes geschiedt met oude Land Rovers.

Op de kade laten wij ons het “menu del dia” goed smaken.

Luna Verde bij Playa Francesa

Madeira

Madeira, 28 Augustus 2010

We naderen Madeira

Madeira is een vulkaan, die het gebracht heeft tot eiland, door vanuit een diepte van 4000 meter op te stijgen tot 1800 meter boven het water van de Atlantische oceaan. Porto Santo is ook zo’n vulkaan die het tot eiland gebracht heeft. En dan zijn er nog drie Ilhas Desertas . Een paar andere vulkanen in de buurt hebben het net niet gehaald. De bergen “Ormonde” en “Gettysburg” zijn slechts 30 meter onder zeeniveau blijven steken, de berg “Ampere” 60 meter en de berg “Seine” 90 meter. We zijn er op onze tocht vanuit Lagos vlak langs gevaren. Die onderzeese bergen  veroorzaken wat onregelmatige rimpels op de oceaandeining.

Op Porto Santo winnen we informatie in over havens op Madeira. De marina van de hoofdstad Funchal is altijd vol. Ankermogelijkheden buiten de haven zijn beperkt en worden in beslag genomen door een paar grote catamarans. Bovendien lig je daar altijd te rollen vanwege het ferry-verkeer. Voor de haven van  Machico kan je goed ankeren  in zand op 7 meter water, maar daar lig je ook erg te rollen, omdat de deining meestal loodrecht op de windrichting staat. We hebben niet zo’n zin om twee ankers uit te brengen. We twijfelen of de marina bij Calheta voldoende diepte heeft. Dan blijft over de marina “Quinta do Lorde” .

Luna Verde in Quinta do Lorde

Quinta do Lorde behoort tot dezelfde firma als de marina in Porto Santo. Vanwege de bouw van een resort  zou er veel zand en bouwstof over de haven waaien. We wagen het er toch maar op en reserveren in Porto Santo alvast een plaatsje. Bij aankomst worden we tegemoet gevaren, krijgen aanwijzingen over het plaatsen van de stootwillen en worden keurig naar onze ligplaats begeleid. Op het havenkantoor worden alle immigratie- douane- en havenformaliteiten in een keerafgehandeld en krijgen we uitgebreide informatie over wandelmogelijkheden en bezienswaardigheden van het Eiland. Ze willen ons minstens een week houden. Van zand en bouwstof helemaal geen last. De bouw van het resort ligt volledig stil. Financieringsproblemen. Het maakt een wat spookachtige indruk al die leegstaande apartementen, maar de haven functioneert prima evenals het restaurant dat drie schotels op de menukaart heeft staan. Erg lekker en niet duur.

Mercado dos Lavradores

Volgende dag met de bus naar Funchal. De busrit duurt anderhalf uur. Het gaat met grote snelheid door druk verkeer langs afgronden en raveinen en komt precies volgens schema in Funchal, waar we eerst  moeten bijkomen van het lawaai en geslinger.  Dan naar de “Mercado dos Lavradores”.  We proeven er ongeveer alle exotische vruchten van  Madeira en kopen een trosje madeira-banaantjes. Op een terrasje laten we de sfeer van de stad wat op ons inwerken. Er zijn in Madeira veel oude gebouwen en musea. Daar heben we nu even niet zo’n zin in. Een uitzondering zijn de tuinen van Quinta das Cruzes. Op zoek naar die tuinen raken we per ongeluk verzeild in een rondleiding door het klooster van Santa Clara uit de 14-de eeuw en nu een kindertehuis en raken toch onder de indruk.

We huren een auto-tje voor twee dagen. De verhuurder drukt ons op het hart om vooral tijdig voor de bus aan de kant te gaan en de bus altijd voorrang te geven. Na onze busrit van de vorige dag begrijpen we wat hij bedoelt. We rijden twee dagen over het eiland en genieten van de indrukwekkende natuur, vulkanische rotsformaties, zeer weelderige begroeing en exotische fruitbomen.

Levada da Serra

Ook moet Madeira een eldorado zijn voor wandelaars. Er zijn honderden levada’s, wandelpaden langs irrigatie kanaaltjes, oorspronkelijk aangelegd vor het onderhoud van die kanaaltjes. Een levada voor beginners durven we aan: breed pad, stevige ondergrond en gemakkelijk te volgen. Het is aangenaam koel onder bomen en planten naast het zachtjes stromende water.

.

Dan wordt het tijd om weer eens na te gaan denken over de volgende bestemming: De Canarische eilanden.

Porto Santo, Luna Verde op beton

Porto Santo, 24 augustus 2010

Marina Porto Santo

Verf en penselen gekocht om onze naam toe te voegen aan de vele die op de kademuur “vereeuwigd” zijn. Leuk werkje, veel bekijks en veel vragen waar je op Porto Santo verf en penselen kan krijgen.

Porto Santo heeft een strand, iets wat Madeira mist, waardoor er dagelijks een veerboot op en neer gaat om strandliefhebbers heen en weer te brengen.

We fietsen een dag, we wandelen een dag en we maken een rondrit over het eiland met een open bus. De bus brengt ons naar alle uitkijkpunten van het eiland.

De inrichting van het eiland is wat rommelig. Nog geen planoloog aan te pas gekomen. Zo hier en daar ook gestrande projecten met een roestende bouwkraan en een roestende grondverzetmachine.

Typische windmolens, speciaal gebouwd voor toeristen.

Toch bekoort het eiland. Het is klein en overzichtelijk. Columbus is er getrouwd en heeft er een paar jaar gewoond. Bij de jaarlijkse herdenking van dit feit speelt onze charmante havenmeester de rol van de vrouw van Columbus. Maar na een week zijn we er lang genoeg geweest.

Van Lagos naar Porto Santo (Madeira), halve wind, 150 mijl per dag, drie dagen

Porto Santo, 20 augustus 2010

Van Lagos naar Porto Santo is ca. 450 mijl, koers WZW. Met een  daggemiddelde van 150 mijl is dat ongeveer 3 dagen en met een wind varierend tussen 10 en 20 knopen uit NNO belooft dat een heerlijk tochtje te worden. Aan de wat hoge golven, dit keer 2,5 meter uit het noorden, zijn we inmiddels al een beetje gewend, en de voorspelling is afnemend.

We vertrekken s’middags om 4 uur en lopen al snel in een rechte lijn 7-8 knopen op onze bestemming af. Na het kruisen van drukke shipping-lanes voor Lagos is er weinig scheepvaart meer te bekennen. Voor de nacht voelen we ons wat veiliger met wat minder zeil en reven we een stukje. Er blijft dan nog altijd een vaart van 6-7 knopen over. De eerste nacht is erg mooi. Heel helder en heel veel strerren met een klein wassend maantje. We doen wachten van 3 -4 uur, en proberen elkaar steeds 3 uur slaap te gunnen. Dat blijkt heel goed te werken. Omdat Wilma de eerste dagen last blijft houden van zeeziekte, leer ik steeds beter te koken op een slingerend schip.

De zon breekt door na en donkere nacht

De tweede nacht trekt het volledig dicht. Aarde donker, niets te zien. Golven komen nog steeds van opzij en af en toe schuiven we dwars van een golf af. Dat is een “raar gevoel” als je niets ziet. De stuurautomaat heeft nergens problemen mee en houdt ons netjes op koers. Om de 20 minuten kijken we op de radar of er mogelijk andere schpen zijn. Twee schepen passeren ons op een ruime afstand van meer dan 5 mijl. Verder niets te zien. Nooit eerder hadden we een leeg radar scherm op een bereik van 24 mijl.

De derde nacht is de maan inmiddels wat gewassen en de bewolking wat minder, zodat we na enig wennen aan het donker toch voortdurend een horizon zien. Dat is wel prettig, vooral omdat de hoogte van de golven vrijwel niet afneemt. En dan doemt de volgende morgen het vulkanisch gebergte van Porto Santo, een kleiner eiland van de Madeira groep, op aan de horizon. Om 14:00 uur zijn we afgemeerd in de marina, waar we van plan zijn om een paar dagen te blijven. We moeten nog verf en kwasten kopen om net als velen voor ons, het logo van de boot met onze namen op de kademuur te schilderen.