Nassau
Nassau, New Providence, Bahamas, Zaterdag 11 mei 2019.
Na 14 dagen in Nassau vertrekken we morgen naar Bermuda. Het weer is niet erg stabiel. Regelmatig gaan er depressies met bijbehorende fronten en regen over Bermuda. Nu ligt er even een hoge druk gebiedje over Bermuda. We verwachten daardoor met zuidoostelijke wind te vertrekken en met westelijke wind aan te komen. Onderweg regenbuien en misschien ook nog een stukje windstil. We nemen afscheid van Peter, die de marina managed op een leuke amicale manier. Hij heeft dezelfde aandacht voor iedereen, of het nu de bemanning van een megajacht is of een zeilend gezin.
Vanaf onze aankomst in Nassau op zondag 28 april, zijn we druk bezig geweest, vooral met de reparatie van de generator, waarvan de ventilator gecrasht was. Er gaat veel tijd heen met het uitzoeken of het onderdeel ergens voorradig is en geleverd kan worden. Ook is het niet eenvoudig om hier onderdelen naar toe gestuurd te krijgen. Op goed geluk bestellen we een nieuwe ventilator in Nederland, wetend dat de kans groot is dat het onderdeel met grote vertraging door de douane komt. We sturen ons cruising permit op naar Nederland om bij de zending te sluiten en wachten af. Fedex belooft de zending woensdag 8 mei af te leveren.
Ook in Nassau zijn er veel technische voorzieningen. Tiffany runt er een marine-diesel-service bedrijf op 15 minuten lopen van de haven en ze doet er ook de verkoop en service voor Fischer Panda generators, als subsidiary van de vestiging in Fort Lauderdale, USA.
In afwachting van de zending uit Nederland, proberen we ook via haar een nieuwe ventilator voor de generator te krijgen. Helaas wordt ze niet erg geholpen vanuit de VS. Daar beweert men doodleuk dat een dergelijk onderdeel niet bestaat, ze herkennen het onderdeel nummer niet en willen ze eerst een foto zien om te weten waar het over gaat. Vervolgens wordt er niet meer gereageerd op e-mail. Uiteindelijk belt Thijs op vrijdag 3 mei met Fischer Panda in Duitsland waar ze het probleem snel begrijpen en dezelfde dag nog een ventilator naar Fort Lauderdale sturen. Het komt daar op maandag aan. Tiffany heeft een courier, die het onderdeel vervolgens naar Nassau brengt en op donderdag 9 mei kunnen we de nieuwe ventilator monteren en loopt de generator weer perfect. Tegelijkertijd laat Fedex ons weten, dat de zending uit Nederland vertraagd is en op zijn vroegst maandag 13 mei zal aankomen. We zijn dan al weg, zodat dat pakje retour afzender kan.
In de tussentijd hebben we Nassau verkend.De grote attractie hier is natuurlijk Atlantis, de nagebouwde verzonken stad op Paradise Island met prachtige aquaria met alle soorten vissen inclusief haaien en roggen, in een gigantisch resort met “river rides”, “waterslides”, “pools” en “beaches”, alles op zijn Amerikaans perfect aangelegd en georganiseerd. We genieten erg van ons dagje-uit.
De marina, waar we liggen, is ook niet verkeerd. Er is een zwembad en we leren er een aantal Amerikaanse cruisers kennen, die op de Bahamas de winter doorbrengen en dan weer terug gaan naar de Amerikaanse westkust. Van George en Lisa van de Bay Wind leren we, waar je de beste Conch-salad ter wereld kunt krijgen. Het is de Blue Hole, een klein tentje naast de oprit van de brug naar Paradise Island. Het is er gezellig en de Conch Salad smaakt ons inderdaad uitstekend. Toen we op Turks en Caicos voor het eerst de grote reuzenzeeslakken zagen vonden we dat best bijzonder, maar inmiddels zijn we talloze bergen schelpen van de reuzenzeeslak tegengekomen, die hier in veel gerechten wordt verwerkt. De schelp mag overigens niet meegenomen worden.
Tot onze grote verrassing komen we hier ook de Southern Cross tegen. De catamaran met Steve, die we kennen van de wereld reis. Steve heeft de wereldreis met verschillende opstappers gevaren en zeilt nu met Diny, een Nederlandse zeilster. We zakken lekker door en halen veel leuke herinneringen op.
Naast de marina ligt de Nassau Yacht Club, opgericht in 1932. Prins Phillip heeft er nog wedstrijden gezeild. We worden verwelkomd als gast uit Scheveningen en reserveren een plaatsje in de dining room voor het diner. Als dan ook de Commodore er blijkt te zijn is het een mooie gelegenheid om onze clubvlaggen uit te wisselen. Het wordt een gezellige avond en we moeten beloven dat we nog eens terugkomen.
Aan boord bereiden we ons alweer voor op vertrek naar Bermuda. Voorraden worden weer aangevuld en we controleren alle technisch zaken nog een keer.
De stuurautomaat was onderweg uitgevallen en sinds lange tijd hebben we de reserve automaat gebruikt. De meest voorkomende oorzaak is slechte contacten. We vervangen de aansluitdraden en ook de koolborstels. Daarbij blijkt het collectorhuis vol koolpoeder te zitten, dat we er met de stofzuiger uitzuigen. Daarna doet hij het weer perfect.
Onderweg gaf ook de oliedrukmeter van de hoofdmotor een waarschuwingssignaal. We zoeken het probleem in de oliedruksensor. Daar blijkt, dat de aansluitdraad los zit, wat eenvoudig te verhelpen is. De motor en generator krijgen meteen ook een oliebeurt, we laten de kleppen van de generator stellen en vervangen uit voorzorg de koelwater-impeller.
Bij controle van de watermaker blijkt na 7 jaar probleemloos werken, een van de pompen te lekken. Geen onbekend fenomeen. We hebben een reserve pomp aan boord. Het is even een klusje om de pomp te vervangen, maar alles doet het weer.
Bahamas
Nassau, New Providence, Bahamas, donderdag 2 mei 2019.
Het plan was om van Cockburn Harbour over de Caicos Bank naar Providenciales te varen. Het is er niet diep. Met de zon in de rug moeten we de diepte kunnen schatten aan de kleur blauw van het water. We moeten rotsen en koraalbommen onder water kunnen zien en kunnen ontwijken. Mogelijk zouden we halverwege een stop moeten maken als de zon te hoog komt. Maar eerst willen we twee dagen wachten tot het weer wat rustiger wordt en het water vlakker. Het waait nog 20 knopen. We liggen hier goed in gezelschap van de Dandelion met John en Sue, die op terugreis zijn van hun tocht rond Kaap Hoorn.
Maandag ochtend 15 april mei zijn we klaar voor vertrek. We starten de generator nog een keer. Dan horen we een oorverdovend lawaai, alle lampjes springen op rood en de generator stopt. De ventilator is gecrasht. De vinnetjes zijn door het generatorhuis geslingerd. We vermoeden grote schade.
De dichtstbijzijnde dealer/service van de generator is in Nassau op New Providence, 450 mijl verder. We besluiten om de Caicos bank dan maar over te slaan en in korte stukjes door de Bahamas naar Nassau te gaan. Er wordt weinig wind verwacht voor de komende dagen. Stroom kunnen we maken met de extra dynamo op de hoofdmotor, niet ideaal, maar goed te doen. We beperken het stroom gebruik door de diepvries uit te zetten. We houden een koelkast aan. Dinsdag 16 april vertrekken we en gaan om de Caicos bank heen naar Clarence Town op de zuidpunt van Long Island. We (motor-)zeilen met 10 knopen wind schuin van achteren. Zo blijven de accu’s goed vol. Donderdag ochtend, 18 april komen we aan bij de Flying Fish marina in Clarence Town. De marina is half leeg, maar alle plaatsen blijken gereserveerd. Wel kunnen we diesel tanken. We ankeren tegenover Clarence Town onder Strachan Cay in zand met 50 cm water onder de kiel. We vinden het nog steeds ongelofelijk zo helder als het water hier is.
Vrijdag 19 april waait het weer hard. We blijven aan boord. De Seagoddess met Pip en Jeffrey ankert naast ons. We waren buren in Martinique en kunnen nu weer gezellig bijpraten. Zaterdag gaan wij met de bijboot naar de kant om het stadje te verkennen en uit te zoeken of we hier voor de Bahamas kunnen inklaren. Dat kan bij het vliegveld, een behoorlijk eind uit de buurt, zodat we de gele Q-vlag maar in het want laten wapperen. Er is een aardige herberg, met uitstekend internet, maar verder is hier niets te beleven. Een mooie gelegenheid om de generator verder uit elkaar te schroeven. Dan blijkt dat de koelventilator wel in stukken door de generator is geslingerd is, maar waarschijnlijk niet veel verdere schade heeft aangericht. Mogelijk zijn we geholpen met alleen een nieuwe ventilator.
De Seagoddess vertrekt zondag ochtend, 21 april. Wij wachten tot de wind is afgenomen tot 10-15 knopen en vertrekken in de middag naar George Town, de hoofdstad van de Exuma’s, om daar de volgende ochtend aan te komen. In de nacht gaan we door een paar buien met stevige windstoten. Tegen de ochtend klaart het op en ankeren we tegenover George Town in Elizabeth Harbour voor de strandbar “Chat and Chill” tussen de Maximo en Seagoddess. Drie Nederlandse boten naast elkaar.
Het is hier een ongelofelijk mooi cruisers paradijs. Het is er ondiep, maar met onze diepgang van net onder de 2 meter kunnen we overal goed komen. We hebben geluk, dat hier net de National-Family-Island-Regatta gehouden wordt, een mooi spektakel met zwaar overtuigde werkboten.
We blijven hier een paar dagen. Het is er gezellig. Met de bijboot naar George Town, aan de overkant, tegen de wind in, is een natte rit. Wilma is zo stoer om met regenjack aan, voor in de bijboot, de golven op te vangen, zodat Thijs achter haar droog blijft. Het water is 27 graden. Bij de douane klaren we in en moeten we een Cruising Permit kopen, niet goedkoop, $ 300 voor een jaar, en dan kunnen we naar immigratie aan de andere kant van het stadje, voor het stempelen van de paspoorten.
Omdat onze Sim-kaart voor da Caribe hier niet werkt, kopen we een Sim-kaar voor de Bahamas, dan kunnen we alvast gaan bellen om een nieuwe ventilator voor de generator te bestellen. Intussen genieten we van het heldere water en de mooie stranden, en de spectaculaire omgeving, waar we kunnen zwemmen tussen de roggen.
De Exuma’s bestaan uit een reeks Cay’s, eilanden, met aan de oostkant de Exuma Sound, 1800 meter diep en aan de west kant de Exuma bank, 2-4 meter diep. Er zijn diverse “Cut’s” waardoor je van de Exuma Sound naar de Exuma Bank kan komen. Het is een heel gepuzzel om, ook nog rekening houdend met het tij, een route uit te zoeken. Voor de verdere tocht naar Nassau maken we dan ook dankbaar gebruik van de reisverslagen van de “Queen of Hearts”, de “Minor” en de “Flying Swan”.
Donderdag 25 april om 08:30 gaan we anker op en via de Exuma Sound door de Adderly Cut naar binnen. Het is wonderbaarlijk hoe je van onstuimig water opeens in de stilte beland, met water is er alle kleuren blauw. Achter Leaf Cay laten we het anker vallen precies in een stukje zand, waar het meteen houdt. We liggen er alleen. Het is een rustige nacht en we slapen uitstekend.
De volgende dag om 07:15 anker op en weer naar buiten, met afgaand tij door de Adderly Cut, en vervolgens, een paar uur later, weer naar binnen door de Galliot Cut. Het is dan opkomend tij en we vliegen met 12 knopen over de grond naar binnen. Dan langs Staniel Cay en de Thunderball Grot (van James Bond) naar Big Majors Spot, waar we ankeren voor het strand met de zwemmende varkens. Heel bijzonder. Het is een bekende toeristische attractie, maar waar de varkens vandaan komen blijft een mysterie.
De rest van de tocht gaat over de Exuma Bank. De volgende ochtend, zaterdag 27 april, gaan we weer anker op. Er is weinig wind en regelmatig gaat de motor bij. Bij Highborn Cay besluiten we de nacht door te brengen en dan de volgende dag over de Bahama Bank naar Nassau op New Providence. We hebben een plaatsje gereserveerd in de Nassau Harbour Club Marina, tegenover Paradise Island, het Las Vegas van de Bahamas. Om 15:00 uur liggen we vast en nog geen 10 minuten later breekt er een vreselijke onweersbui los. Wat een genoegen om weer even aan de walstroom te liggen. We zijn van plan om hier uitgebreid van te gaan genieten.
Van Dominicaanse Republiek naar Turks en Caicos
Cockburn Harbour, South Caicos, zaterdag 13 april 2019.
We wilden dinsdagochtend, 9 april, 6:00 uur vertrekken uit Ocean World Marina in Puerto Plata, een kwartier voor zonsopkomst, om voor het donker ergens by Grand Turk in de buurt te ankeren. De avond tevoren hadden we afgerekend en geregeld, dat de haven autoriteiten ons om 5:45 uur een internationale “Despacho” zouden komen brengen, de noodzakelijke vergunning om te mogen vertrekken. Om 6:00 uur was er nog niemand. De official had zich verslapen en om 6:15 uur konden we weg, met een heuse “Despacho”.
We hadden een paar dagen eerder willen vertrekken, maar Thijs voelde zich niet fit, hoofdpijn en koorts, zodat het beter leek om nog niet gaan varen. Op de pompeuze gebouwen van de marina met het casino waren we echter snel uitgekeken. Van het zwembad nog wel gebruik gemaakt en ons ook door het courtesy busje naar de supermarkt laten brengen. Buiten de riante resorts vonden we twee charmante restaurantjes waar we lekker hebben gegeten.
De dinsdag werd een prachtige zeildag. Met een rustige zee de haven uit en daarna 87 mijl met windkracht 5 in 12,5 uur afgelegd. Precies voor het donker passeerden we de Three Mary’s, drie gevaarlijke rotsjes, die we al van ver zagen door de hoge golven die erover heen sloegen, en kwamen we bij Big Sand Cay, een plat, onbewoond eiland van ca. 3 km lang en 0,5 km breed, waar het anker voor het strand de grond in ging. We waren er de enigen.
De volgende dag 20 mijl verder naar Cockburn Town op Grand Turk, de hoofdstad van Turks and Caicos, om er in te klaren. Er is een grote Cruise-terminal. De andere kades zien er nogal ontredderd uit. Veel orkaanschade. Via de marifoon vragen we waar we moeten zijn. Dat is bij het Gouvernement Dock, nog half verwoest door de laatste orkaan, maar we kunnen ankeren achter een betonnen kademuur. De Johanna met Stephan en Berni ankert naast ons. Stephan weet het douane kantoor te vinden en helpt ons om met de dingy op het strand te komen. Inklaren in het noodgebouw achter op het haventerrein gaat vlot. We betalen $ 50 voor en cruising permit voor 7 dagen en begrijpen dat we bij het uitklaren nog eens $ 50 zullen moeten betalen.
Stephan en Berni waren er al eerder. Ze hebben al uitgevonden, dat het veel aangenamer is om achter het rif te ankeren voor Cockburn Town, 2 mijl verder. We volgen de Johanna door de Kittina Cut in het rif. Dan wordt het spannend. Het water is er prachtig aquamarijn blauw, maar slechts ca. 3 meter diep en bezaaid met rotsen en koraal bommen. Hier komt het aan op EBN (Eye Ball Navigation), zo staat dat op de kaart. Alles gaat goed. Het is laagwater. We ankeren met 60 cm onder de kiel. Ook ligt hier nog een catamaran, de Gallileo, met Eric en Sari. We hebben met elkaar een gezellige sundowner op Luna Verde.
De Turks en Caicos eilanden zijn onderdeel van het Bahamas platform, kalksteen, dat vanuit de oceaan bodem oprijst tot een paar meter onder zeeniveau. Ze zeggen, dat Columbus hier is aangekomen. Het water is glashelder, je hebt geen snorkel nodig om het anker te kunnen zien liggen. De stranden zijn de mooiste van de wereld. Het varen is er wel een echt avontuur. De diepte onder de kiel is in centimeters en obstakels moet je vermijden op zicht. Onze eerdere ervaring met het ontwijken van rotsen en koraal bommen was op de Stille Oceaan in lagunes die echter tientalle meters diep waren en waar je de obstakels relatief gemakkelijk kan onderscheiden. Deze obstakels liggen in water van maar 3 meter diep.
Donderdag verkennen we Cockburn Town. Met de dinghy naar het strand. Het blijft een kunst om droog aan land te komen. Het stadje lijkt uitgestorven. Vandaag is er geen cruiseboot en dan is alles gesloten. Niet alleen de obligate tax-free shops en souvenirwinkels, maar ook het museum. Alleen de bank, de supermarkt en de doe-het-zelf winkel zijn open en een enkele kadoo winkel met eigen creaties. Na de laatste orkaan zijn er al veel gebouwen hersteld, maar ruines en scheepswrakken zijn ook duidelijk aanwezig. We drinken er een biertje aan het strand.
Vrijdag vertrekken we naar Cockburn Harbour, op het zuideiland van Caicos, een oversteek van 20 mijl. De Gallileo vertrekt voor ons en de Johanna volgt later. Er is nog weinig wind en halverwege zetten we de motor bij. We ankeren voor de kade van Cockburn Harbour. Het Government Dock heeft een prima dinghy landing. Conch-schelpen worden hier ook aangevoerd. Het is een specialiteit van Turks en Caicos. Conch worden verwerkt in allerlei gerechten en er is zelfs een conch kwekerij. Bij ons biertje bestellen we een portie conch-fritters, die we ons goed laten smaken. De fraaie schelpen mag je echter niet meenemen.
Voor zaterdag en zondag is er nog veel wind voorspeld, windkracht 6. Op advies van een Engels jacht, dat hier al een paar dagen ligt, verkassen we een halve mijl om onder de beschutting van Long Cay te komen in wat rustiger water, net voorbij een klein rifje. Turend op het echolood en met Wilma op de uitkijk vinden we de weg. Ons anker doet het uitstekend en hakt zich onmiddellijk diep in de grasbodem. Het is weer laagwater. Nu hebben we 30 cm onder de kiel, maar we liggen een stuk rustiger. We besluiten om hier nog een paar dagen te blijven.
San Juan, Puerto Rico, en dan naar Puerto Plata, Dominicaanse Republiek
Ocean World Marina, Cofresi/Puerto Plata, Dominicaanse Republiek, zaterdag 6 april 2019.
Het had wel wat om achter ons anker te liggen midden in de haven van San Juan, de hoofdstad van Puerto Rico en de plek waar het moderne Amerika ooit begon. San Juan werd gesticht in 1521. Nu varen Cruiseboten af en aan. Een lange stoet taxi’s brengt de passagiers naar het oude stadsdeel, dat vergeven is van touristen. In de haven zijn gevestigd de Club Nautico en Marina San Juan. Marina San Juan heeft een bewaakte dinghy steiger, waar we voor $ 10 per dag de bijboot achterlaten. Volgens de dames van het havenkantoor is het openbaar vervoer niet betrouwbaar. Ook taxi’s niet. Ze raden ons aan om een Uber-app te downloaden. Dat doen we. Het werkt perfect. Binnen enkele minuten een auto. Voor weinig geld laten we ons naar Old San Juan brengen. We slenteren door de straten en genieten van de sfeer. Op aanraden van de chauffeur eten we Mofongo, een lokaal gerecht van gepureerde banaan met vleessaus, in het restaurant Ajo Del Pais, aan de Calle San Francisco in het hartje van de oude stad. Lekker en erg gezellig.
Op 10 minuten lopen van de dinghy-steiger is er een Pueblo, een goed uitgeruste supermarkt in het moderne San Juan. We moeten wel twee keer een 6-baans snelweg oversteken. Dat blijkt een heel avontuur. Wel een zebra, maar geen stoplichten en Puerto-Ricanen, die zich op een racebaan wanen. Zwaaiend weten we ze tot stoppen te bewegen. In twee keer vullen we onze voorraad en ook de vers-spullen weer aan.
Woensdag 3 april willen we vertrekken. Er is 15 knopen wind voorspeld uit Oost-NoordOost. Dinsdag klaren we uit. Customs en Immigration zijn gevestigd in de cruiseterminal, 20 minuten lopen. Het is er op dat moment uitgestorven en we worden vlot geholpen aan de nodige uitreispapieren. Met een uurtje zijn we weer aan boord.
Eerst nog even de dieseltank bijvullen en dan gaan we. Zoals voorspeld staat er een leuk briesje als we San Juan verlaten. We zeilen ongeveer 140 gr. aan de wind onder grootzeil en genua. ‘s Middags trekt de wind nog wat aan tot 25 knopen. Het zeilt uitstekend, met ons nieuwe smetteloos witte grootzeil. We waren van plan om op weg naar de Dominicaanse Republiek eerst nog een tussenstop te maken in Arecibo op Puerto Rico, maar het gaat zo goed, dat we besluiten in een keer door te varen, ca. 280 mijl, twee dagen. Voor de nacht gaat er een rif in het grootzeil. Het blijft 20 knopen waaien.
Tegen de ochtend neemt de wind wat af en gaat het rif eruit. Het wordt al snel aangenaam warm. In de middag, net voordat het te warm zou gaan worden, verdwijnt de zon achter het grootzeil en zitten we heerlijk in de schaduw in de kuip. We zijn de eerste 24 uur goed opgeschoten, 149 mijl.
In de loop van de dag neemt de wind langzaam verder af en draait bovendien naar het oosten. We komen ruimer voor de wind te varen. De genua blijft niet meer staan. Omdat we verwachten dat de wind nog verder zal afnemen, besluiten we de genua op te rollen en met de motor bij onder grootzeil verder te gaan.
Als we de nacht in varen maakt de Midnight Sun III, een catamaran de net vertrokken is uit Samana zich bekend. Het zijn Amerikanen en gaan dezelfde kant op als wij. Ze hebben de boot in Frankrijk gekocht en zijn nu onder weg naar Florida.
Langzaam wordt de zee ook wat kalmer waardoor het grootzeil goed blijft staan en we rustig de nacht door motoren. Het is nieuwe maan veel sterren en lichtjes van de Dominicaanse Republiek aan de horizon. We komen veel cruiseboten tegen op deze route, weinig vrachtverkeer. Een tanker, op aanvaringskoers, is zo vriendelijk is om voor ons uit te wijken.
Als het licht wordt naderen we Puerto Plata, een industriehaven met ernaast Playa Cofresi en de Marina Ocean World. Playa Cofresi heeft een heel mooi strand en er liggen een paar van de grote all-inclusifve resorts waar de Dominicaanse republiek beroemd om is. Ocean World blijkt een wat erg ambitieus opgezet pretpark met bar, restaurant en casino en zeer luxeappartementen, die eruitzien of ze nooit gebruikt zijn en nu al vervallen, en een marina. We hebben ervoor gekozen hier aan te komen, omdat de inklaringsprocedures verzorgd zouden worden door de marina en we geen problemen hebben met onduidelijke tips, die gevraagd zouden worden door Commandancia’s in andere plaatsen. Bovendien is het ook wel lekker om een paar dagen wal stroom te hebben, de was te doen en de accu’s weer helemaal op te laden.
Als we de marina oproepen op VHF 16, krijgen we geen antwoord, maar bij binnenkomst staat de havenmeester al klaar om ons op te vangen. Hij stelt zich voor als Erik en zal alles voor ons regelen. Eerst komen de Coast Guard, het Department of Drug Enforcement en de Intelligence aan boord voor inspectie. Ze vinden alles snel goed. Voor Customs wordt er een formulier ingevuld en dan moeten we met de paspoorten naar Immigration voor Visa en om $ 75 voor de boot en $ 12.50 per persoon te betalen. Iedereen is bijzonder vriendelijk. Alles is in een half uur geklaard en er wordt niet om tips gevraagd.
Als we ook de brandstoftank hebben bijgevuld kunnen we een plaatsje uitzoeken in de marina. Er is veel keus. De marina is erg leeg. Wel is er een behoorlijke wind opgestoken. We zijn blij dat we op tijd in de marina waren, want er rollen nu hoge golven door de haveningang. De vaste steigers met vingers lijken gebouwd voor mega-jachten. Bij laag water komt de stijger boven ons dek uit. Het maakt wel een zeer solide indruk. Met hulp van Erik meren we Luna Verde af met lange lijnen aan beide zijden zodat we vrij blijven van de kade en de deining soepel opvangen Erik heeft hier kennelijk veel ervaring mee.
Dan wordt het tijd om de omgeving te verkennen. We lopen langs het strand en raken bijna verdwaald in een van de immense resorts. Terug bij de haven vinden we een gezellig restaurantje, waar we lekker eten met een groot glas koud bier. We slapen die nacht uitstekend ondanks de deining.