Markiezen

Nuku Hiva, Vrijdag 30 maart 2012

Jannet is vandaag jarig. We hebben een lied voor haar gemaakt en zingen dat op de Seaquest. Het wordt een heel gezellig feestje met koffie en een echte taart. Vanmiddag gaan we al weer verder naar Tahiti. We willen er tijdig zijn, want de weersverwachting op langetermijn ziet er onrustig uit ten zuidwesten van de Society eilanden.

Het is alweer een week geleden dat we aankwamen op Hiva Oa. We waren te vroeg en hebben gereefd om wat langzamer te gaan en niet in het donker aan te komen.  We ruiken boslucht. Als de zon opkomt zien we de hoge rotsen waar de branding op beukt, dicht beboste bergen en diepe inhammen. De bergen zijn spits. De toppen rijzen omhoog vanuit de 4 kilometer diepe oceaanbodem en zijn voorzien van een randje wolken. Geen zachtroze stranden. De Markiezen zijn ruig.

Het is al druk in de Baie Tahuku, als we daar op vrijdag 23 maart binnen varen. We worden verwelkomt door Paul, onze rally coordinator, en Laurent, de plaatselijke agent, die de formaliteiten regelt. Een SIM kaart voor de telefoon en een SIM kaart voor internet liggen al klaar. Helaas valt de snelheid van het internet erg tegen, maar we horen dat het elders op Frans Polynesie beter moet zijn……
In de baai staat een lichte deining. Met ons hekanker houden we de boot op zijn plaats en recht op de golven. In de baai wordt er hard gepaddled in polynesische kano’s. De bevolking van Atuona lijkt bezig met een wedstrijdtraining.
Op de Galapagos eilanden hebben we voor het laatst geoefend in spaans spreken. Hier is alles frans, en nu er 30 boten van de ARC zijn gekomen, ook een beetje engels.

De volgende dag hebben we een feestje met de bemanning van de Victory, de Ensemble en uiteraard de Seaquest. Wilma is jarig. Er wordt uit volle borst gezongen. In aller ijl hebben we koffie met koek en wijn met een hapje geimproviseerd en wordt het heel gezellig.
Op het einde van de middag worden we nog verrast met een folkloristisch optreden. De mannen snuiven en knorren en besluiten met een luide kreet. Daarna waren er hapjes van broodvruchten en fruit.

We hebben al lang afgeleerd om te bedenken wat we zouden willen eten en vervolgens de spullen daarvoor te halen. Hier kijk je wat er te koop is en maak je daarvan de maaltijd. Omdat de plaatselijke bevolking meestal zelf zijn fruit en groente teelt, is er weinig te koop. Toch weten we sla en tomaten te bemachtigen en ook wat brood.

Zondag poetsdag. Tijdens de overtocht is de waterlijn bruin aangekoekt en hebben zich onder de achterkant van de boot schelpdieren genesteld. Na een paar uur zwemmen rond de boot met krabber en borstel is alles weer toonbaar. We verdienen een biertje.
Terrasjes zijn hier niet. Voor het biertje moeten we naar Kayzer, een pension, gelegen op de helling met uitzicht over de baai. De eigenaar haalt zijn gasten zelf op. De weg is heel bochtig en stijl, en de chaufeur vraagt ons regelmatig om de ogen maar even dicht te doen. We treffen er veel zeilers. Na het biertje blijven we er voor de daghap, die heel smakelijk blijkt te zijn.

We hoopten hier op Hiva Oa diesel te kunnen tanken. Maandag komt er een tankauto met slang, maar de slang is te kort, en we zien er tegen op om 400 liter in jerrycans met de bijboot aan boord te brengen. Op Nuku Hiva, 80 mijl noordelijker, zou het tanken makkelijker moeten zijn.

Op maandag doen we met de Seaquest eerst nog een autotocht van een dag  over het eiland in de pick-up van Marie-Jose. Zij runt een taxi bedrijf en een wasserette, en doet excursies. We vertrekken al om 8 uur. Eerst nog even groente kopen. Fruit blijken we te kunnen bestellen, maar ook ophalen bij de kweker, waar we tijdens de rondrit over het eilend toch langs komen. Dat doen we dus.
In het oerwoud zien we ruines van zwart rotsgesteente, gedeeltelijk overgroeid, bouwsels als altaren en stenen beelden: tiki’s. Het waren heilige plaatsen voor de ruige Markiesanen, die ooit kannibalen waren.
De hellingen zijn steil en de wegen slecht en bochtig. Bij een eenvoudige kiosk worden we verrast op een lekkere lunch, waarna we de hele bochtige weg weer terug moeten. Marie-Jose bestuurt haar pick-up behendig, maar kan toch niet voorkomen dat er een band lek raakt. Met vereende krachten weten we de band te verwisselen en heel thuis te komen.

We willen niet van Hiva Oa vertrekken zonder een bezoekje aan het museum van Paul Gauguin, er hangen talloze reproducties van Gauguin’s werk, en het museum Jaques Brell, waar zijn vliegtuig te zien is. Dinsdag middag vertrekken we naar Nuku Hiva, 80 mijl verder, om er woensdag ochtend aan te komen. We ankeren in de Baie de Taiohae, naast het Total station. Daar vullen de tank weer op met diesel.

.

.

.

.