Naar het Great Barrier Reef
Mackay, Vrijdag 17 mei 2013
Luna Verde ziet er weer piekfijn uit. Als ook nog de Seaquest wegens wind en golven besluit om vanuit Nieuw Zeeland de koers te verleggen naar Bundaberg, zijn we weer helemaal kompleet.
Volgens instructies van Rob Wink vervangt Thijs samen met Huib Jan de membranen van de watermaker. De nieuwe membranen hadden we uit Nederland meegebracht. Het water, dat we zelf maken, smaakt nu weer perfect.
Dan is het wachten op beter weer. Het waait nog hard en er is veel regen.
.
Zondag 12 mei klaart het op. Met de opkomst van de zon vertrekken we om 6 uur met de Seaquest en de Debutante in de richting van het Great Barrier Reef. Het Great Barrier Reef begint 300 mijl noordelijker en strekt zich uit tot de Torres Straat, 1000 mijl verder.
Jack, Jerry en Casy (Jaap, Gerard en Kees) van de Debutante uit Tasmanie waren twee weken onze buren. Ze vonden het leuk om met ons weer Nederlands, de taal van hun ouders, te praten. Bovendien stookt Casy samen met zijn vrouw een excellente Single Malt Wiskey en brengt die onder eigen naam “Overeem” in beperkte oplage en in genummerde flessen op de markt. Tijdens een reuze gezellig avondje aan boord van Luna Verde hebben we zelf vastgesteld dat die wiskey inderdaad heel bijzonder lekker is.
Na zes maanden pauze, varen we de eerste dag 63 mijl tot Pancake Creek. Met golven van 2 meter en 7 seconde en de wind pal van achteren slingert het behoorlijk.
We komen langs Round Hill Creek waar Capt. Cook in 1770 voor het eerst aan land kwam in wat later Queensland zou worden. Dit is de Coral Coast met talloze kreken, baaien en eilanden. Als je dat zou willen, is deze kust helemaal te bezeilen in dagtochten.
Voor het donker liggen we in Pancake Creek achter ons anker. Het geeft een voldaan gevoel weer op weg te zijn. De generator draait en Wilma maakt een stoofschotel. We willen de volgende ochtend als de zon weer opkomt, verder varen naar de Keppel eilanden.
Geheel volgens de voorspelling is er de volgende ochtend weinig wind. Op motor en zeil varen we langs de haven van Gladstone aan de monding van de Fitzroy rivier. We banen ons een weg tussen tientallen bulk-carriers door, die daar voor anker liggen. Het is leuk om te zien hoe er met een helicopter loodsen af en aan worden gevlogen.
Dan naar Keppel Bay, langs Cape Capricorn, zo genoemd omdat de kaap precies ligt op de “Tropic of Capricorn” (23° 30’). We passeren dus de Steenbokskeerkring en dat betekend dat we weer in de tropen zijn. Het is hier nu nog fris, 25 °C.
.
De Keppel baai is bezaaid met eilanden. Het grootste heet Great Keppel Island, ooit vol met schapen, nu een “toeristische trekpleister”. Het is er erg rustig. We ankeren voor het prachtige Leeke’s Beach, naast de Seaquest, waar we aan boord gaan voor een “sundowner”.
Het dreunt in de verte. Geen onweer, maar de marine oefent. Verder is het stil. We hebben Leeke’s Bay voor ons alleen en besluiten om er een dagje te blijven. Het waait niet.
Woensdag 15 mei, half bewolkt, mooie luchten met in verte een bui. Er staat krap 12 knopen wind, nog steeds uit zuid-oost, dus recht van achteren. Met de motor op 2200 toeren gaan we 6.5 knoop en met het grootzeil erbij 7 knopen naar Pearl Bay, 45 mijl verder. De baai doet zijn naam eer aan. Het is er heel mooi. We zijn omringd door hoge beboste heuvels afgekant met een fraai zandstand.
Die avond worden we tot onze grote verrassing uitbundig onthaald op de Seaquest, waar Janet, Huib Jan, Maren en Linde zich hebben opgemaakt om de gemiste verjaardag van Wilma te vieren.
De volgende ochtend is het grauw, mistig, windstil en het regent. Zelfs de mooiste baai wordt dan triest. Op de grip-files zien we dat er een front passeert met veel regen en een beetje wind. Daarna is er geen wind meer voor de volgende vier dagen. We houden het in Pearl Bay voor gezien en vertrekken ’s middags om 4 uur op de motor richting Mackay. Het is een aarde donkere nacht zonder maan en sterren. We vertrouwen op de AIS en radar. Als het licht wordt varen we weer tussen de voor anker liggende bulk-carriers door naar de haven van Mackay.
Weer in het water
Bundaberg, 1 mei 2013
Het is er toch van gekomen. We liggen weer in het water. Veel later dan gedacht, maar we hebben weer een prachtig teak dek en we hoeven geen ladder meer op te klimmen om aan boord te komen.
Het was heel bewerkelijk om al het rubber uit de naden te vervangen. Jeff, onze timmerman is er ruim vijf weken mee bezig geweest.
Wij hebben met het ritme van de werf mee geleefd. Zes uur op, zeven uur aan het werk en half tien koffie. We deelden de ongemakken van het verblijf op de kant met andere zeilers, die er ook naar verlangen om weer verder te varen en we vergeleken plannen.
In het weekend trekt iedereen er op uit. De meesten gaan vissen. Jeff’s hobby is “crabbing” Op zondagmiddag werden we getracteerd op een pan vol krabben. Dat smaakt heerlijk met een glas witte wijn en brood met boter.
Intussen is de onderkant voorzien van een nieuwe laag anti-fouling en hebben we de afsluiters gecontroleerd. Het stiksel van de luikkleedjes was verteerd en hebben we opnieuw laten stikken.
De romp heeft Thijs gepoetst en Wilma heeft het roestvrijstaal schoongemaakt. Dit keer laten we de schroef behandelen met “prop-speed” in de hoop dat dit de schroef langer vrijhoudt van allerlei aangroeisels.
Nog een paar dagen om onze voorraden weer aan te vullen en de boot weer in te richten als zeilschip. We hebben er zin in.