Komodo, Sumbawa en Lombok

Gili Gede, maandag 29 juli 2013

P1030910Het is lang geleden dat we aan de wind gevaren hebben. We vliegen met 9.5 knopen (2 knopen stroom mee) langs de westkant van Lombok, 25 mijl van Gili Air naar Gili Gede. De zee is vlak, geen gestamp, geen gerol, 20 graden helling en alleen het ruisen van de boeggolf. Zo moet zeilen bedoeld zijn.

Vanochtend hebben we voor even afscheid genomen van de Seaquest en zijn alvast vooruit gevaren richting Bali, met een tussenstop op Gili Gede bij Marina del Ray om te proberen onze diesel voorraad weer wat aan te vullen. Door al het motorzeilen van de afgelopen weken is de dieseltank behoorlijk leeggeraakt en hebben we de 200 liter diesel uit de jerrycans aan dek overgeheveld in de hoofdtank.

IMG_5761

Een week geleden, zaterdag 20 juli, zijn we van Rinja, waar we voor het eerst een Komodo draak op het strand zagen, naar Pantai Merah gevaren. Voor “Pink Beach” ankeren we naast de Seaquest en de Boomerang. Als ook nog de “Lady of the Lowlands” zich erbij voegt liggen we er met vier Nederlandse schepen.

Het is er heerlijk. We zwemmen en snorkelen. We genieten van een fantastische hoeveelheid kleurrijke vissen en bijzonder mooi koraal. Na een nachtje vertrekken we richting Labuhan Bajo op Flores. Het begint hier wat meer toeristisch te worden en we ontmoeten ook diverse Nederlanders op vakantie. Onderweg stoppen we bij Sok Kuas, waar een ranger ons begeleid door het park, op zoek naar Komodo varanen.

IMG_5768We komen er een paar tegen en houden gepast afstand van deze gevaarlijke vleeseters. Door de giftige bacterieen in hun bek is een beet meestal dodelijk. Ze zijn echter absoluut niet in ons geinteresseerd, of lijkt dat alleen maar zo?

Bij Labuan Bajo ankeren we voor het Laprima Hotel. De volgende ochtend met de taxi van het hotel naar de stad. Op de markt kunnen we onze inmiddels uitgeputte voorraad verse groente en fruit weer wat aanvullen. ’s Middags door naar Gili Lawa Laut, alweer een aantrekkelijke plek voor duiken en snorkelen. Als we er aankomen staat er echter een onaangename deining in de ankerbaai. Met de Seaquest besluiten we om naast het eiland een ankerplekje to zoeken op wat rustiger water.

IMG_6789Ook de Boomerang zoekt deze wat rustigere kant van het eiland op. De kust is er wel stijl en met enige moeite lukt het om het anker vast te trekken op 10 meter diepte.

We liggen achter 40 meter ketting met 30 meter water onder de kiel. We slapen wat onrustig hopend dat het anker houdt op de stijle helling onder water. De volgende ochtend worden we omringd door een stuk of vijf Indonesische klippers die met toeristen gaan duiken. Wij zelf laten ons met drie dinghy’s aan elkaar op de stroom tussen de eilanden Gililawa Laut en Gililawa Darat door snorkelen. Erg spannend. We zien geen mantha’s, die er zouden moeten zijn, maar wel een haai. Leuk, maar dit zouden we zonder de jonge lui om ons heen niet hebben gedaan.

243

Als we de volgende dag willen vertrekken wordt het snel duidelijk waarom we zo goed op ons anker zijn blijven liggen. We halen een heel groot brok koraal omhoog, dat goed blijft vastzitten aan het anker. Als we er een lijn omheen slaan en het anker laten zakken, schiet het brok koraal los en kunnen we verder richting Wera.

Na een koffie-stop bij het mooie eiland Banta zijn we tegen het einde van de middag bij Sangean. Het dorpje met zo’n 1000 inwoners lag eerst op de gelijknamige vulkaan, maar is bij een uitbarsting recent verplaatst naar de kust van Wera. Wellicht daardoor maakt het een meer geordende indruk met netjes afgebakende pecelen, hoewel niemand zich zorgen lijkt te maken om de grote hoeveelheid afval langs de kant.

P1030922

Op het strand worden houten schepen bebouwd. Op een traditionele wijze zonder dat er spanten aan te pas komen.

We worden al snel door tientallen kinderen omringd als we door het dorp lopen.

Vrouwen weven sarong’s en hebben kleine winkeltjes, de mannen vissen en bewerken het land.

We worden uitbundig uitgezwaaid als we met veel moeite met de dinghy door de branding weer vertrekken. Een nat pak hoort er steevast bij.

De volgende ochtend, donderdag 25 juli, naar Pulau Satonda en Kanangu. Het is mooi zeilen met 10-20 knopen wind over vlak water achter langs het eiland Sumbawa.

IMG_5786Ook bij Kangu is de kust weer stijl. Hier maken we een stop voor de nacht. Ons anker ligt bijna  op het strand, op 3 meter water, terwijl de boot 30 meter water onder de kiel heeft.

Deze keer houdt het niet. We worden wakker van vreemd geklots van  golven tegen de romp. Dan blijkt dat we inmiddels een mijl uit de kust gedreven zijn en het anker aan 45 meter ketting werkeloos onder de boot hangt.

Het lukt ons om in donker toch weer terug te komen langs onze track op de plotter. Als we daar aankomen is John van de “Boomerang” wakker geworden. Hij helpt ons vanuit zijn dinghy een betere ankerplek te vinden. Uiteindelijk zoeken we om 3 uur ‘s nachts ons bed weer op.

396Vrijdag 26 juli varen we naar het eilandje Pulau Moyo. Net voor donker gaan we aan de westkust samen met de Seaquest voor anker voor het Amanwana resort, vlak naast een indrukwekkende houten schoener, de Mutiara Laut.

Tot onze verrassing worden we in het Nederlands opgeroepen. Leo van Oostenbrugge nodigt ons uit om aan boord wat te komen eten en drinken. Hij heeft de schoener in Indonesie gebouwd.

De Mutiara Laut is meer dan 40 meter lang en bijna  10 meter breed (www.mutiaralaut.com), van alle gemakken voorzien met zeer luxe accomodatie voor 14 pasagiers. Er zijn 13 bemanningsleden en er blijkt een zeer goede “chef” aan boord.

ML Anchor MtZe verwachten morgen nieuwe passagiers, die zich een week gaan laten verwennen.

Wij vinden het een hele leuke verrassing om na een lange dag zeilen op zo’n prachtig schip heerlijk te eten.

Als de volgende dag de nieuwe passagiers zich met een watervliegtuig laten brengen, gaan wij nog een heerlijk middagje lux doen in het resort. Na de lunch maken we gebruik van van alle faciliteiten om uitgerust en voldaan zondagavond om 7 uur te vertrekken naar het eilandje Gili Air voor de westkust van Lombok.

.

IMG_6897Weer hebben we wisselende wind, varen zelfs een paar uur 45 graden aan de wind en we komen de volgende dag om ca. 10:00 uur aan.

Gili Air is een leuk rustiek vakantie-eiland. We laten ons in paard en wagen rond het eiland rijden en eten in een van de vele restaurantjes.

Maandag 29 juli gaan we weer verder. We laten de Seaquest eventjes achter, terwijl wij  naar Gili Gede varen, een Gili eilandje voor de zuidwest kust van Lombok.

Daar is “Marina del Ray”, gerund door Ray la Fontaine, een Australier. Hij heeft er 8 meerboeien en biedt alle denkbare services. De tegenstelling met Gili Air is groot. Hier is geen toerist te bekennen.

IMG_6912

We zijn inmiddels bijna door onze dieselvoorraad heen en bestellen 700 liter. Ray garandeert dat de brandstof van goede kwaliteit is.

De diesel wordt aan boord gebracht in tankjes van 25 liter, die stuk voor stuk voorzichtig overgeheveld worden. Natuurlijk gaat dat niet helemaal zonder knoeien. Ook kunnen we niet voorkomen dat er diesel via de ontluchting van de tank onder onze vlonders terecht komt. Maar na een paar uur soppen is alles weer schoon.

Wij gaan met de dinghy naar de kant en maken een prachtige wandeling over een pad langs de kust. We komen langs diverse familie-nederzettinkjes en een klein dorpje met een heuse toko waar we bananen en dadels kopen.

IMG_6937Het strand ligt er vol met kleurrijke vissersbootjes. Dit zijn de bootjes die ’s nachts zonder licht varen en die je haast niet ziet op de radar. Overdag overdag ziet het er heel pitoresk uit.

Woensdag varen we naar Bali. Het gaat hard. Stroom mee en 12 knopen over de grond door de Selat Lombok. Op Bali kijken we uit naar de komst van Nina, Sander, Kaan en Sten.