Bonaire
Bonaire, maandag 20 juni 2011
Het heeft vandaag echt geregend. Voor het eerst sinds drie weken. Bijna waren we het dek en de ramen gaan wassen, maar nu is alles vanuit de hemel schoongespoeld. Temperatuur is steeds rond de 30 graden. Er waait een verkoelende wind uit het oosten.
Regelmatig kijken we op de sites van TSR (Tropical Storm Risk) en het National Huricane Centre om te zien of er gevaren dreigen. We verwachten geen orkaan, maar de wind kan hier draaien als er elders tropische stormen zijn. We komen dan aan lager wal te liggen. Vooralsnog is er niets te zien behalve een stabiele passaat.
De niewe afdichtingsringen voor het roer zijn aangekomen. FedEx heeft er drie dagen over gedaan om ze vanuit Nederland op Bonaire te krijgen. Het inklaren heeft 6 degen geduurd, en dat schijnt heel snel te zijn. Het is hier een eiland om te “chill-en”.
Inmiddels is ook duidelijk geworden hoe de nieuwe afdichting voor het roer gemonteerd moet worden. Het blijkt een stuk eenvoudiger dan we eerst dachten. Dat gaan we laten doen als de boot straks bij Curacao Marine op de kant staat. Voorlopig zijn we van plan om hier nog een weekje te blijven. In het achteronder lamineren we een gootje zodat lekwater van het roer direct naar het lensputje van de schroefasdoorvoer gaat en daar automatisch wordt weggepompt.
Voor de dingy hebben we een opvouwbaar laddertje gekocht, waardoor het geen worsteling meer is om weer aan boord te komen als we gaan snorkelen.
We genieten volop van het mooie weer en de bijzondere onderwaterwereld. We snorkelen rond de boot en met de dinghy zijn we naar het natuurreservaat “Klein Bonaire” geweest. Het is overal even mooi. Intussen laden we de accu’s met de generator en houden we de tanks vol met de watermaker. Om de dag verwarmen we de boiler met de kachel. Wasmachine, airco, microgolf, televisie, video en alle laders voor de mobiele spullen worden gevoed via de omvormer. Die heeft wat moeite met de hoge temperatuur als wasmachine of airco aan gaan, maar met behulp van de machinekamer-ventilatie gaat het net. En in de slaapkamer hebben we een extra ventilator gemonteerd, die aangename verkoeling brengt gedurende de nacht.
Bonaire
Bonaire, maandag 13 juni 2011
Het is alweer ruim twee weken geleden dat we vastmaakten aan een meerboei voor Kralendijk op Bonaire. Inmiddels weten we, dat Bonaire niet zoiets betekent als “Frisse Lucht”. Het werd door Indianen in de 12-de eeuw al Bojnaj (= Laagland) genoemd. Bonaire is inderdaad plat en ongeveer zo groot als Terschelling. Met een kleine onderbreking is Bonaire Nederlands sinds 1636. De huizen hebben pannen daken en er is een “Blokker” en een “Van Der Valk”, maar we betalen er met US-Dollars.
Kralendijk betekent natuurlijk “Dijk van Koraal”. Onder onze boot wuift dan ook het mooiste koraal. Er zwemmen talloze bonte vissen. Het is hier een snorkel-paradijs. Ondanks meer dan 150 duikscholen is het toerisme nog maar beperkt ontwikkeld. Geen torenhoge hotels langs een brede boulevard. Geen stoplichten. Slechts een paar verharde wegen.
Op maandag 23 mei maakten we los in Puerto Del Rey, Puerto Rico, en gingen samen met de Seaquest voor anker “om de hoek” bij Isla Pineros. We willen naar Bonaire, maar er is nog geen wind. Wel regen. De verwachting is oost-zuid-oost , 15 tot 20 knopen, voor het einde van de week. Op woensdag gaan we alvast op de motor zuidwaards om wat hoogte te winnen voor als de wind later zal aantrekken uit het zuid oosten. En dat doet die. Met 180 mijl in een etmaal verbeteren we ons eigen 24-uur record. Dat is leuk zeilen, ondanks dat de boordcomputer het even voor gezien houdt en het roer bij dit soort snelheden behoorlijk blijkt te lekken. Twee uur na de Seaquest maken we net voor het donker vast aan een meerboei bij Kralendijk. Het is vrijdag 27 mei.
We treffen het Bonaire Heineken Jazz festival. Geplanned voor 2,3 en 4 juni, maar de voorbereidingen gaan zondag al van start. Henk van Twillert met het saxofoon ensemble Vento do Norte uit Portugal geven een adembenemend concert. En dan is er de street-parade en zijn er jam sessies en uiterraard ook happy hours en after parrties. Nina Strnad uit Slovenie weet ons gewedig te bekoren met haar fantastische stem.
Intussen bestellen wij bij Contest nieuwe seals voor de roerkoning en proberen we in overleg met de werf uit te vinden hoe die te monteren als we straks op Curacao zijn. Op dit moment is het nog niet geheel duidelijk hoe we dat gaan klaren.
Als we wat bekomen zijn van het muziekgebeuren, huren we voor het Pinksterweekend een kleine 4WD om het eiland verder te verkennen. Rincon was ooit de eerste plaats van het eiland en ligt vlak bij Fontein, waar het heel vroeger begon. Er is niet veel meer te beleven, behalve dan in “Rose Inn”, waar we onder schaduwrijke bomen genieten van een heerlijke stoofschotel. Aan de zuidpunt van het eiland ligt Pekelmeer. Het is verbonden met een groot complex van zoutpannen en afgezet met mooie witte piramides van zout.
Met onze 4WD hobbelen we over de onverharde wegen van het Nationale Park. Een grote cactus-tuin. Goed uitkijken voor overstekende ezels en geiten. In de ondiepe poelen zien we talloze flamingo’s. Op de grond krioelt het van de leguanen, vooral kleintjes. In de lucht zien we Caracara’s en bonte Parkieten, de gele Troepiaal en het Suikerdiefje.
Intussen is de nieuwe afdichting voor het roer aangekomen op Bonaire. De douane doet er nu al 4 dagen over om het pakje vrij te geven. Ze hebben erg druk, zeggen ze, en elke dag denken ze de papieren de volgende dag klaar te hebben. We horen dat het soms wel meer dan 10 dagen kan duren . We zijn hier in Caribisch Nederland.
Dagelijks meren we de dinghy af bij de steiger van Karels Bar. Er is internet bij het Stads-caffee, en een happy hour en ook een prima “dag-hap” voor een tientje. Bovendien is er een heel gezellige sfeer. We houden het nog wel even vol.
.
Puerto Rico
23 Mei 2011
Spaans sprekend USA. Een eiland waar het Carribische mengt met het moderne America op het ritme van de Salsa. Het eiland met de beste koffie. We gaan er een weekje op uit.
In de immense marina ven Puerto del Rey vinden we een veilge plaats om Luna Verde en de Seaquest een weekje achter te laten.
We huren een mini-van en gaan naar Fajardo om in te klaren. Daar horen we dat we al eerder hadden moeten inkaren, op de Spaanse Virgin eilanden. Toch krijgen we een “Cruising Permit” voor een jaar voor de USA en voortaan hoeven we ons alleen nog maar telefonisch te melden als we in een andere haven aan land gaan.
Het tropisch regenwoud is dichtbij. Te doen in een dagtochtje, inclusief wandeltocht over een fraai aangelegde pad.
Begeleid door een koor van kikkers genieten we van uitzicht over de Atlantische Oceaan en over de Carribische zee. Zoals te verwachten in een regenwoud, regent het ook.
Op maandag 16 mei naar Ponce, een Spaanse koloniale stad, ooit de culturele hoofdstad van Puerto Rico. We logeren er in hotel Belgica, naast de Plaza Las Delicias, met de Cathedraal en een zeer opvallende rood-zwarte brandweeerkazerne. Vanaf de Plaza Las Delicias maken we een bustour door de stad. Fraai gerestaureerde huizen naast overklaarbaar bewoonde woningen.
Dan naar Utuado via de route panoramique. Een weg met duizend bochten door prachtige natuur met palmen, varens, bamboe en nog veel meer. We logeren in Casa Grande, een omgebouwde koffieplantage met zo’n serene sfeer, dat Jannet en Wilma de dag beginnen met Joga oefeningen.
Als we de druipsteen grotten bezoeken begint het geweldig te regenen. We begrijpen dan pas goed waarom alles zo groen is.
Via nog een stukje route panoramique en een heel stuk veelbaans snelweg komen we net voor het donker in San Juan, een echte grote stad. Voor drie nachten een hotel gereserveerd, Da House, op advies van de man die ons de nieuwe dingy verkocht, in het midden van Old San Juan.
Da House is het nieuwste, hipste en voordeligste hotel, helemaal volgehangen met eigentijdse kunst. Op de begane grond is de Nuyorican, een heel populaire salsa bar. Geen restaurant in het hotel, maar ontbijt om de hoek in de Maillorcan of in de Bombonera, een ontmoetingsplaats in San Juan sinds 1902.
Het blijft voortdurend regenen. Warm, maar wel nat. Van onder de paraplui genieten we van oude straatjes met leuke winkeltjes vol moderne en “retro” spullen. We bekijken forten uit de 16-de eeuw, de Cathedraal en het kerkhof. Thijs gaat naar de kapper om de hoek naast het hotel. Als dat goed afloopt, waagt Wilma zich ook in salon, waar overigens vooral veel nagels worden gelakt.
Met de Seaquest bemanning eten we voortreffelijk Italiaans.
De buien blijven heftig. Goed voor een museumdag. Met de bus naar Santurce, een wijk met academies voor beeldende kunsten en voor ballet. We bekijken het Museo Contemperano (veel werk uit Miami) en het Museo Puerto Rico met 18-de eeuwse religieuse kunst en 20-ste eeuwse impressionisten uit Puerto Rico. Het valt op zoveel als er gedaan wordt om beeldende kunst voor kinderen toegankelijk te maken.
Ten slotte doen we nog even de Mercado de Rio Piedras en als Jannet en Wilma zich vermaken bij Macy’s bezoeken Huib Jan en Thijs de Bacardi fabriek.
Het was mooi maar we krijgen weer zin om een eindje te varen. Het plan is om de Carribische zee over te steken naar Bonaire, zo’n 400 mijl.
.
.
.
.
.
.
.
.
Spaanse Maagden-Eilanden
Donderdag, 12 Mei 2011
Verder west van de :”US-Virgin Isalands” komen de “Spanish Virgin Islands”: Culebra, Vieques en nog een paar kleinere eilanden. Ook USA, maar nu behorend bij Puerto Rico. Hier hadden we moeten inklaren, horen we later op Puerto Rico, waar “Customs” ons vertelt, dat we een hoge boete hadden kunnen krijgen en de boot verbeurd veklaard had kunnen worden…
Het eiland Culebra heeft een “Ensenada Honda”, een mooie beschutte baai. We ankeren naast “Cayo Pirata”. Net op tijd voor happy hour in “Dingy Dock Resaurant and Bar” De sfeer is gezellig. We treffen er mensen, die kennelijk ontsnapt zijn aan de complexiteit van modern leven. We blijven er een hapje eten.
.
Met de Seaquest Crew huren we een 6-persoons Club Cart. Dankzij de stuurkunst van Huib Jan verkennen we ermee het hele eiland, zowel over mogelijke als over onmogelijke wegen. We stoppen tijdig voor een ijsje en om te genieten van mooie uitzichten.
.
.
.
.
Aan de hoefijzer-vormige Bahia Flamenco ligt Culebra’s mooiste strand. Goed voor zwemmen en een strandwandeling. Er liggen twee tanks, overgebleven van oefeningen voor de golf-oorlog.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
De volgende dag naar Culebrita, het kleine zusje van Culebra. Er zou een pad zijn naar de vuurtoren op de top van het eiland. Helaas onvindbaar, en volgens een plaatselijk bekende al 15 jaar lang niet meer onderhouden. Dus waarschijnlijk helemaal overwoekerd.
Terug aan boord, blijken onze schepen het doel van een aanval van wespen. Het lukt niet om ze met zout water te verjagen. Dan maar weer terug naar Culebra. We maken er vast aan een meerboei vlak achter het rif bij Ensenada Dakity. De wespen houden het voor gezien.
.
.
.
Dit blijkt een prima plek om het roestvrij staal aan dek weer te herstellen in zijn oorspronkelijke luister. Huib Jan neemt stuurboord voor zijn rekening en Thijs doet bakboord. Op het achterdek komen ze elkaar weer tegen.
Met een glimmend schip naar Isla de Vieques. Op de motor onder de Bimini want er is nog steeds maar weinig wind en het is erg warm. De afstanden zijn maar kort. Sinds de Maagdeneilanden is er steeds land in zicht.
.
.
.
In Puerto Real, aan de zuidkust van Vieques, liggen we er voor het plaatsje Esperanza, dat zijn best doet om mee te gaan doen in de ontwikkeling van het tourisme. Er is nog geen MacDonalds en geenWal Mart. Er zijn ook geen stoplichten, maar er is al wel een reeks bars, restaurants en “gift-shops” en er wordt hard gewerkt an de bestrating van een “boulevard”, die er ongetwijfeld een keer gaat komen.
Vanuit Esperasza maken we een nachttocht per kajak door de naastgelegen “bio-luminescence bay”. Er is daar een zeer hoge concentatie phosphoriserende micro-oranismen, dat zorgt voor een fanastisch schouwspel. Het is bewolkt en er is maar weinig maan, ideaal om het helder groene licht te zien. Je zwemt er in sprankelend water
Puerto Rico is het laatse eiland dat we willen bezoeken voor we vertrekken naar de ABC eilanden buiten de orkaan gordel. We kunnen het hoge eiland al goed zien. Er is het enige echte tropische regenwoud van de USA, er zijn druipsteengrotten, en de hoofdstad belooft een “New Groove”. Met een “cool nightlife, mod hotels,en artsy cuisine heeft San Juan een red hot retro movement”. We willen er een weekje “op vakantie”. Maar voor het zover is ankeren we nog een nachtje in Green Bay.