San Juan, Puerto Rico, en dan naar Puerto Plata, Dominicaanse Republiek
Ocean World Marina, Cofresi/Puerto Plata, Dominicaanse Republiek, zaterdag 6 april 2019.
Het had wel wat om achter ons anker te liggen midden in de haven van San Juan, de hoofdstad van Puerto Rico en de plek waar het moderne Amerika ooit begon. San Juan werd gesticht in 1521. Nu varen Cruiseboten af en aan. Een lange stoet taxi’s brengt de passagiers naar het oude stadsdeel, dat vergeven is van touristen. In de haven zijn gevestigd de Club Nautico en Marina San Juan. Marina San Juan heeft een bewaakte dinghy steiger, waar we voor $ 10 per dag de bijboot achterlaten. Volgens de dames van het havenkantoor is het openbaar vervoer niet betrouwbaar. Ook taxi’s niet. Ze raden ons aan om een Uber-app te downloaden. Dat doen we. Het werkt perfect. Binnen enkele minuten een auto. Voor weinig geld laten we ons naar Old San Juan brengen. We slenteren door de straten en genieten van de sfeer. Op aanraden van de chauffeur eten we Mofongo, een lokaal gerecht van gepureerde banaan met vleessaus, in het restaurant Ajo Del Pais, aan de Calle San Francisco in het hartje van de oude stad. Lekker en erg gezellig.
Op 10 minuten lopen van de dinghy-steiger is er een Pueblo, een goed uitgeruste supermarkt in het moderne San Juan. We moeten wel twee keer een 6-baans snelweg oversteken. Dat blijkt een heel avontuur. Wel een zebra, maar geen stoplichten en Puerto-Ricanen, die zich op een racebaan wanen. Zwaaiend weten we ze tot stoppen te bewegen. In twee keer vullen we onze voorraad en ook de vers-spullen weer aan.
Woensdag 3 april willen we vertrekken. Er is 15 knopen wind voorspeld uit Oost-NoordOost. Dinsdag klaren we uit. Customs en Immigration zijn gevestigd in de cruiseterminal, 20 minuten lopen. Het is er op dat moment uitgestorven en we worden vlot geholpen aan de nodige uitreispapieren. Met een uurtje zijn we weer aan boord.
Eerst nog even de dieseltank bijvullen en dan gaan we. Zoals voorspeld staat er een leuk briesje als we San Juan verlaten. We zeilen ongeveer 140 gr. aan de wind onder grootzeil en genua. ‘s Middags trekt de wind nog wat aan tot 25 knopen. Het zeilt uitstekend, met ons nieuwe smetteloos witte grootzeil. We waren van plan om op weg naar de Dominicaanse Republiek eerst nog een tussenstop te maken in Arecibo op Puerto Rico, maar het gaat zo goed, dat we besluiten in een keer door te varen, ca. 280 mijl, twee dagen. Voor de nacht gaat er een rif in het grootzeil. Het blijft 20 knopen waaien.
Tegen de ochtend neemt de wind wat af en gaat het rif eruit. Het wordt al snel aangenaam warm. In de middag, net voordat het te warm zou gaan worden, verdwijnt de zon achter het grootzeil en zitten we heerlijk in de schaduw in de kuip. We zijn de eerste 24 uur goed opgeschoten, 149 mijl.
In de loop van de dag neemt de wind langzaam verder af en draait bovendien naar het oosten. We komen ruimer voor de wind te varen. De genua blijft niet meer staan. Omdat we verwachten dat de wind nog verder zal afnemen, besluiten we de genua op te rollen en met de motor bij onder grootzeil verder te gaan.
Als we de nacht in varen maakt de Midnight Sun III, een catamaran de net vertrokken is uit Samana zich bekend. Het zijn Amerikanen en gaan dezelfde kant op als wij. Ze hebben de boot in Frankrijk gekocht en zijn nu onder weg naar Florida.
Langzaam wordt de zee ook wat kalmer waardoor het grootzeil goed blijft staan en we rustig de nacht door motoren. Het is nieuwe maan veel sterren en lichtjes van de Dominicaanse Republiek aan de horizon. We komen veel cruiseboten tegen op deze route, weinig vrachtverkeer. Een tanker, op aanvaringskoers, is zo vriendelijk is om voor ons uit te wijken.
Als het licht wordt naderen we Puerto Plata, een industriehaven met ernaast Playa Cofresi en de Marina Ocean World. Playa Cofresi heeft een heel mooi strand en er liggen een paar van de grote all-inclusifve resorts waar de Dominicaanse republiek beroemd om is. Ocean World blijkt een wat erg ambitieus opgezet pretpark met bar, restaurant en casino en zeer luxeappartementen, die eruitzien of ze nooit gebruikt zijn en nu al vervallen, en een marina. We hebben ervoor gekozen hier aan te komen, omdat de inklaringsprocedures verzorgd zouden worden door de marina en we geen problemen hebben met onduidelijke tips, die gevraagd zouden worden door Commandancia’s in andere plaatsen. Bovendien is het ook wel lekker om een paar dagen wal stroom te hebben, de was te doen en de accu’s weer helemaal op te laden.
Als we de marina oproepen op VHF 16, krijgen we geen antwoord, maar bij binnenkomst staat de havenmeester al klaar om ons op te vangen. Hij stelt zich voor als Erik en zal alles voor ons regelen. Eerst komen de Coast Guard, het Department of Drug Enforcement en de Intelligence aan boord voor inspectie. Ze vinden alles snel goed. Voor Customs wordt er een formulier ingevuld en dan moeten we met de paspoorten naar Immigration voor Visa en om $ 75 voor de boot en $ 12.50 per persoon te betalen. Iedereen is bijzonder vriendelijk. Alles is in een half uur geklaard en er wordt niet om tips gevraagd.
Als we ook de brandstoftank hebben bijgevuld kunnen we een plaatsje uitzoeken in de marina. Er is veel keus. De marina is erg leeg. Wel is er een behoorlijke wind opgestoken. We zijn blij dat we op tijd in de marina waren, want er rollen nu hoge golven door de haveningang. De vaste steigers met vingers lijken gebouwd voor mega-jachten. Bij laag water komt de stijger boven ons dek uit. Het maakt wel een zeer solide indruk. Met hulp van Erik meren we Luna Verde af met lange lijnen aan beide zijden zodat we vrij blijven van de kade en de deining soepel opvangen Erik heeft hier kennelijk veel ervaring mee.
Dan wordt het tijd om de omgeving te verkennen. We lopen langs het strand en raken bijna verdwaald in een van de immense resorts. Terug bij de haven vinden we een gezellig restaurantje, waar we lekker eten met een groot glas koud bier. We slapen die nacht uitstekend ondanks de deining.