Van Bermuda naar Horta, Faial (Azoren), 1825 mijl, 11dagen
Horta, dinsdag 17 juni 2014
Het was leuk om op Bermuda rond te kijken. Gewandeld in en rond St George’s en met de bus naar Hamilton. Er is een weg, die alle eilanden van Bermuda verbindt. De pintjes bitter hebben goed gesmaakt. Beschadigingen aan het grootzeil hebben we laten repareren en ondertussen hebben we de ontwikkelingen van het weer nauwkeurig in de gaten gehouden. Het traject is bekend om weinig wind. Omdat we niet meteen willen beginnen met diesel te verstoken, wachten we op genoeg wind om minstens een paar dagen te kunnen zeilen.
Vanuit Eindhoven worden we geholpen door Tjebbe. Hij bekijkt het weerbeeld, let op mogelijke waarschuwingen voor zwaar weer en stuurt ons dagelijks een e-mail met de verwachte ontwikkelingen van het weer langs de route. We zitten in de westelijke stroming met zwakke wind ten noorden van het “Azoren hoog”, dat overigens nog maar slecht ontwikkeld is. Depressies passeren van west naar oost boven langs het hoog. Langs de onderkant van depressies hopen we wat meer wind op te pakken.
Vrijdag 6 juni is het zover. Na een weekje op Bermuda klaren we uit. We vullen de dieseltank en verlaten St George Harbour. Bermuda Radio wenst ons een goede vaart.
Met windkracht 4, WZW, gaat het snel. We genieten van het fraaie zeilen en het gezellige contact met de Seaquest. Met de Code-0 erop, lopen we op de Seaquest uit en als we buiten marifoon bereik komen, houden we contact over de korte golf.
Zoals verwacht, trekt de wind zondag 8 juni wat aan, ZW windkracht 6. De Code-0 gaat eraf en als voorbereiding voor de nacht reven we het grootzeil. Kort na middernacht worden we overvallen door een geweldige bui. De wind trekt verder aan, draait 90 graden en we zijn maar net op tijd om een gijp te voorkomen. Even later draait de wind weer terug naar ZW. Ten noorden van ons passeert een diepe depressie.
Het wordt heftig. Hoge golven, bakken regen en we hebben tot 35 knopen wind, ZW 8 Bf, gezien op de meter. Daarna gaf de meter 0.0 aan. We dachten dat het molentje eraf gevlogen was, maar de volgende dag doet hij het weer. Zou dat toch iets met de Bermuda driehoek te maken hebben?
Zwaar gereefd en met en met een snelheid van 8 – 9 knopen vliegen we over een spookachtige zee. De maan zit achter de wolken. Er komt veel water over het dek. De kuip blijft droog.
De volgende ochtend is het voorbij. Het is maandag 9 juni. De wind draait naar NW en neemt af. De golven niet. Het is nog een hele toer om slingerend op die golven beheerst te gijpen. We draaien een stormrondje. Daarna klaart de lucht op. Het front is gepasseerd. Rond de middag verdwijnt ook de wind en gaat de motor aan. Tegen de avond is de zee inmiddels wat vlakker geworden en gaat het weer waaien, NW windkracht 4.
Dinsdag 10 juni wordt een fraaie dag. Met wat wolkjes aan een blauwe lucht. Wat frisjes, vooral, als je nog niet zolang geleden in de Carib was, en de wind is wat veranderlijk, soms 3 Bf, dan weer NW 5 Bf. De Seaquest is inmiddels alweer zover ingelopen, dat we haar kunnen zien. Dat voelt goed. Samen glijden we genoegelijk halve wind met een vaartje van 6 – 7 knopen over de lange deining de dag door en de nacht in. Het is bijna volle maan.
Als woensdag 11 juni de zon weer opkomt, worden we getrakteerd op mooie luchten. De zon komt nu elke dag wat vroeger op. We zijn duidelijk op de terugreis.
Donderdagochtend, 12 juni, brengt de volgende depressie eerst een stijve bries uit het zuid-westen, windkracht 6. Het patroon van zondag nacht herhaalt zich, maar deze keer gebeurt het overdag. Het front passeert met regen en de wind neemt toe tot windkracht 7. Daarna draait de wind naar het westen. Anders dan zondag neemt de wind nu niet af, maar het blijft windkracht 7. We gijpen. Vervolgens draait de wind door naar NW en varen we halve wind. De golven blijven hoog en vierkant. Volgens de grib-file gemiddeld 3.5 meter. Sommige golven zijn veel hoger. Luna Verde krijgt harde klappen en lijkt alle kanten op te rollen. Binnen vliegt alles, wat niet vast zit, in het rond. De fluitketel vliegt van de kombuis aan bakboord door de kajuit naar stuurboord en komt terecht op de bank. Hij zat vol water. Verder hebben we alles droog weten te houden aan boord. Dubbel gereefd gaan we de nacht in.
De volgende ochtend, vrijdag, is er niet veel veranderd. Nog steeds windkracht 7. We vinden de zee indrukwekkend mooi. In de dalen, tussen twee golven, kan je door de helder blauwe toppen van de golven heen kijken. Boven op de topppen is het uitzicht groots. Rond het middag uur neemt de wind af tot windkracht 5. De zee blijft hoog, maar de deining is langer en minder steil. We kunnen weer koffie zetten.
Tegen de avond verdwijnt de wind bijna helemaal. We zoeken nog even een hogere windhoek voor wat meer snelheid, maar die zakt al snel tot onder 4 knopen. De motor gaat aan. Het wordt ’s nachts nu echt fris, 17 graden. Mooie gelegenheid om te proberen of de kachel het nog doet. Snel is het binnen weer gezellig warm.
De zaterdag ochtend is bewolkt met hier en daar een bui. We rollen langzaam over een een hoge deining en er is nog steeds weinig wind, alleen de koelkast is ermee opgehouden. Na enig zoeken vermoeden we, dat de verdamper verstopt is geraakt. Met de fohn maken we de verdamper goed warm en na een paar keer doet hij het weer. Ondertussen blijkt, dat we stroom tegen hebben. Ongeveer een knoop en soms zelfs anderhalve knoop. Soms worden we ook naar het zuiden gezet door de stroom. Van een meelopemde stroom, die er gemiddeld zou moeten zijn, merken we niet veel.
Het buiengebied brengt zaterdag middag wat extra wind, zodat we nog een paar uur kunnen zeilen. Dan is het echt gedaan met de wind. Op de motor gaan we de nacht in. Het blijft vrijwel windstil, behalve dan in een enkele bui, die nog overkomt, soms met uitschieters naar windkracht 5.
We zijn nu 8 dagen onderweg. Het ritme van 4 uur op en 4 uur af bevalt ons goed. Thijs heeft de wacht van acht tot middernacht, dan Wilma tot vier uur, Thijs weer van vier tot acht en Wilma de ochtend waarin we koffie zetten, e-mailen en een beetje buiten ztten. De middag is voor lunch, klusjes en eten koken. Om de andere dag bakken we een brood. We maken elkaar wakker als er lastige wisselingen zijn met zeilen of koers.
De derde depressie komt zondag boven ons langs. Het is niet zo’n diepe. Het front brengt deze keer wat regen, maar weinig wind. Achter het front draait de wind naar NW, maar blijft zwak, net genoeg om de zeilen vol te houden. De motor blijft aan. De zeilen blijven bij zolang ze niet gaan slaan door het geslinger op de golven.
Het duurt tot maandag middag 16 juni voor de wind weer echt opsteekt. Het wordt noord-noordwest windkracht 4, licht bewolkt, golfhoogte ongeveer een meter en geen regen. Mooier kan haast niet. De laatste 100 mijlen maken alles weer goed. Dinsdag ochtend zien we Ilha Do Faial voor ons opdoemen uit de ochtend nevel. Na 11 dagen en 1825 mijl, waarvan ca. 500 mijl op de motor, maken we om 15 uur, plaatselijke tijd, vast aan de kade in Horta.