Van Rabat terug naar Lanzarote
Marina Rubicon, Vrijdag 29 September 2017.
Wij zijn al weer twee dagen “thuis” en super gezellig ontvangen op dit mooie eiland. We hebben Luna Verde afgespoeld. Zij ligt er weer glimmend bij. Het was wel een erg bewerkelijke tocht vanuit Rabat hiernaartoe.
Na een week besloten we, dat de eerste kennismaking met Marokko er op zat. Het was ons bijzonder goed bevallen. Vriendelijke mensen, lekker eten, veilige omgeving. We komen zeker terug om ook de andere havens aan de Atlantische kust van Marokko te bezoeken.
Zondag ochtend, 24 september, klaren we uit. Door het loodsbootje worden weer over de ondiepten naar buiten geleid. We moeten het bootje nauwkeurig volgen. Deze keer is het ruim voor laagwater, zodat we zeker voldoende water onder de kiel houden op weg naar buiten. Er loopt al wel een behoorlijke eb.
Om 10:30 uur passeren we de havenhoofden. We motoren ca 15 mijl naar buiten om de NO-wind op te pakken. De totale afstand naar Lanzarote is ca. 500 mijl, 3 dagen varen. De verwachting is windkracht 4 uit NO voor de gehele route. Dat zou plat voor het laken zijn, niet onze favoriete koers. We besluiten daarom het advies van ons route-planning-programma te volgen en voor de wind af te kruisen, steeds ca. 130 graden aan de wind. Het vaart heel aangenaam, minder geslinger op de golven, en mogelijk ook nog sneller. Het is bovendien de koers waarop we de Code-Zero zouden kunnen voeren, ons lievelingszeil voor 60-120 graden aan de wind tot windkracht 4, maar als we het zeil weer uitrollen, dan blijkt het laminaat in de top van het zeil zover losgekomen, dat het zeil op instorten staat. Einde leven na 10 jaar trouwe dienst. Het was het zeil dat ons altijd de geweldige kick gaf van “lekker zeilen”. Verder nu met onze high-aspect genua.
Ongeveer halverwege, in de nacht van maandag op dinsdag, voor de kust van Essaouira, komen we in een buiencomplex terecht. De wind varieert tussen stilte en een frisse bries en draait ook nog alle kanten uit. Het zeilen wordt erg bewerkelijk. Na drie keer gijpen in het donker besluiten we om onder de rest van de buien door te varen op de motor.
Ter hoogte van Agadir pakken we de wind weer op. In een strook van ca. 50 mijl breed waait het NNO, 15 knopen. Aan de ene kant van die strook, meer naar het westen, en aan de andere kant van die strook, onder de kust, waait het minder. Zo zeilen we het laatste stuk heel voorspoedig, om woensdag, op het einde van de middag in Marina Rubicon af te meren. Afgelegde weg deze trip is 518 mijl in drie dagen en 7 uur.
De komende maanden Rubicon onze thuishaven zijn. We vetrokken van hier in januari van dit jaar voor een rondje Oost-Atlantische eilanden. Via de Kanarische eilanden gingen we naar de Azoren en vandaar via de Algarve en Marokko weer terug. Totaal afgelegde afstand: 3388 mijl.
Rabat, Marokko
Rabat, Zaterdag 23 September 2017.
We storten ons in Rabat, de hoofdstad van Marokko. Er wonen hier 600.000 mensen. In Fes wonen er 1,1 miljoen, in Casablanca 3,4 miljoen en in heel Marokko 35 miljoen. Dus dit is niet eens de grootste stad. Ook niet zo erg toeristisch en dat vinden we best aangenaam. Zo kunnen we langzaam wennen aan het Noord- Afrikaanse stadsleven. In de Marina heeft de koning (Mohamed VI) een eigen steiger, met 15 meter lange vingers. Daar zijn nog veel vrije plaatsen, maar we mogen er niet liggen. De vingers aan de andere steigers zijn maar kort, te kort voor ons. Daarom krijgen we een plaatsje aan de kop van een steiger. Met alles worden we uitermate vriendelijk geholpen. Het helpt, dat bijna iedereen hier Frans spreekt, zodat we ons snel verstaanbaar kunnen maken. Ook de opschriften zijn tweetalig. Arabisch blijft voor ons voorlopig best lastig.
Er zijn diverse cafés en restaurants langs de Marina. Op de terrassen wordt koffie, thee, limonade en ijs genuttigd. Er zijn geen bars. Al snel blijkt dat we toch te weinig bier en wijn hebben meegenomen. We geven ons dus maar over aan de Marokkaanse munt thee. Eigenlijk best lekker, alleen gebruiken wij veel minder suiker dan hier de gewoonte lijkt. Korte broeken worden ook niet gedragen en de schouders moeten bedekt. We passen ons keurig aan.
Vanuit de marina hebben we zicht op de oude vesting van de stad, de Kasbah. We weten alleen nog niet precies hoe we er moeten komen en lopen dus de eerste keer een heel eind om. Niet erg want zo zie je nog eens wat. De Kasbah dateert uit de twaalfde eeuw en is gelegen aan de monding van de rivier de Bou Regreg. De straatjes zijn erg smal en de huizen zijn wit met blauw. Het blauw is hier gebracht door de Portugezen, uit de Algarve. Van hieruit zien we, dat er mensen de rivier over gezet worden met roeibootjes . Dat is voor ons wel handig, want zo komen we snel weer bij de boot.
De dagen erna slenteren we door de Medina, de oude stadswijk. Anders dan in andere Noord-Afrikaanse steden, is de Medina hier geen doolhof, maar lopen de staatjes overzichtelijk haaks op elkaar. De winkeltjes in de Medina zijn vooral gericht op de behoeften van de plaatselijke bevolking. We vinden er aardewerk, textiel, leer, kleding. Ook vlees, vis, groente en fruit. Veel kruiden en specerijen en uiteraard ook dadels en vijgen, en alle soorten noten. Ook lekkernijen, waar ruim gebruik is gemaakt van amandelen. Prima plek om onze voorraden weer aan te vullen.
Tenslotte gaan we met de tram naar het stadscentrum en bezoeken de Hassen-toren en het ernaast gelegen mausoleum. Daar blijkt dat we ook met de tram naar de Medina kunnen. Heel gemakkelijk.
Na een week krijgen we zin om weer verder te gaan. Naar Lanzarote. Dat voelt een beetje als thuiskomen. We maken alles weer vaarklaar. Controleren moter en generator en de watermaker. In de uitlaat van de generator blijkt een klein lekje ontstaan te zijn. Klein genoeg om met zelf vulkaniserende tape te repareren, zodat we een paar dagen vooruit kunnen en op Lanzarote het lekje kunnen laten lassen. Morgen vertrekken we weer.
Van Olhao naar Rabat
Rabat, dinsdag 19 september 2017.
Zondag ochtend vroeg zijn we met laag water vertrokken uit Ria Formosa. Het plan is om maandag voor het donker in Rabat te zijn. Uitgezwaaid door Jaap en Alie van de Bull varen de Ria uit. De verwachting is windkracht 4 uit N-NO en vrijwel geen wind voor de Marokkaanse kust. We sturen daarom eerst zuidelijk en zullen het laaste stuk naar Rabat op de motor moeten doen. De tocht wordt idyllisch. Met een vaartje van 7-8 knopen gaan we over een redelijk vlakke zee. Tegen onze gewoonte besluiten we om de code-zero, onze licht-weer-genua, ook in de nacht te laten staan en je zult zien dat dan de wind toch nog toe neemt tot 20 knopen. Het gaat allemaal goed en lekker snel. Voordat het licht wordt besluiten we te gijpen en de koers te verleggen naar Rabat en dan zijn we uiteindelijk toch nog in het donker bezig om de code-zero er af te halen en het zeil weer aan dek te bergen.
Net als we weer op koers liggen, blijken we een grote constellatie van verbonden schepen te kruisen, die bovendien een kabel slepen. Over de radio worden we dringend verzocht om minstens 7 mijl afstand te houden. Dat vinden we wel erg veel, maar er zit niets anders op dan op te loeven en pas af te vallen als we er ruim voorbij zijn.
Zoals verwacht is er geen wind meer als we de kust van Marokko naderen en doen we het laatste stuk op de motor. Met laag water en net voordat het donker wordt bereiken we de monding van de Bou Regreg, de rivier waar Rabat aan ligt. Onze komst hadden we een uur voor verwachtte aankomst telefonisch aangekondigd en er ligt al een bootje te wachten om ons tussen de ondieptes door te loodsen.
Hoewel het niet waait, staat er een geweldige deining, die de rivier in loopt. We volgen ons loodsbootje nauwkeurig. We surfen van een golf af als we over de hoogste drempel gaan en meten een diepte van 50 cm onder de kiel. Daarna wordt het dieper en een stuk rustiger. Op aanwijzingen van onze loods meren we af voor het kantoor van de politie, de douane en de immigratie, die meteen aan boord komen. Iedereen is bijzonder vriendelijk en behulpzaam en het invullen van de talloze formuleren verloopt vlot. Met een half uur is alles klaar en kunnen we doorvaren naar de marina. Over de grond hebben we dan 230 mijl afgelegd.
Ria Formosa
Olhao, Zaterdag 16 september 2017.
We dachten dat we hier wel een week zouden blijven op de Ria Formosa, voor anker achter het eiland Isla Culatra en voor het plaatsje Olhao. Het is wat langer geworden. Het is hier dan ook heel fraai en aangenaam. . Op de platte daken van de kubusvormige huizen van Olhao wappert de was en drogen de netten. Hier ligt de grootste sardienenvloot van de Algarve. Er zijn twee grote markthallen, een voor groente en fruit, de andere voor vis. De hallen, ooit ontworpen door Monseigneur Eifel (van die toren in Parijs), zijn mooi gerestaureerd.
In de Ria Formosa worden de beste Clams ter wereld gekweekt. De percelen vallen droog bij laagwater. De vissers zijn dan druk met verzorging en oogst van de schelpen die uiteraard op de menukaart van alle restaurants staan.
Naast de grote variëteit aan vis zijn ook de toetjes hier bijzonder, met als belangrijkste ingrediënten vijgen en amandel.
We gaan dinsdag, nadat we op maandag waren aangekomen, dan ook meteen met onze bijboot naar het eiland Culatra. Er is daar een speciale steiger voor dinghy’s. We trakteren onszelf op een bordje clams. Woensdag over het “wad” naar Olhao. Het is even zoeken naar doorgang tussen de percelen met schelpen, maar met stokken als bakens vinden we de weg.
In Olhao is er geen speciale afmeerplaats voor dinghy’s. We binden onze bijboot tussen de talloze vissersbootjes vast. Dat blijkt geen probleem te zijn.
De dagen daarna gaan we regelmatig naar het strand van Culatra en wandelen door de duinen naar Farol, waar de vuurtoren staat. Ook gaan we naar de vissers, die bij laag water hun percelen met schelpen bewerken.
Vlak bij ons ligt een fraai ogend aluminium jacht, Bull, uit Leeuwarden. Jaap vaart hier al een paar jaar en komt een glaasje wijn drinken. We blijken gemeenschappelijke vrienden te hebben. Er is veel ervaring uit te wisselen en we bezoeken elkaar over en weer.
Dinsdag 12 september zijn we hier inmiddels al een week. We beginnen met wassen en dan blijkt er toch te veel gras in het water te drijven, waardoor de wierpotten van de generator en de watermaker snel verstopt raken. Niet alleen de wierpotten, maar ook de toevoerslangen raken verstopt, zodat het een hele klus is om alles weer schoon te krijgen. In het vervolg laten we alleen maar met opkomend water de machines lopen en dat werkt goed. Vervolgens blijkt er ook nog een lek ontstaan te zijn in de uitlaat van de generator. Het is maar een klein lekje, dat we kunnen repareren met zelf-vulkaniserende tape.
Rond hoog water kunnen we gemakkelijk naar Olhao. We bezoeken er musea doen inkopen in de supermarkt, kopen verse vis, vlees, fruit en groente op de dag-markten en genieten van de rustige sfeer op de terrasjes. We voelen ons nu zo vertrouwd op het “wad”, dat we de weg ook in het donker terugvinden.
Inmiddels neemt het aantal Nederlandse jachten dat hier voor anker gaat, voortdurend toe. Ook de Maximo met Erik en Marleen, die op weg zijn naar de Carieb, ankert vlak bij ons.
Zelf beginnen we weer zin te krijgen om verder te gaan. De afgelopen dagen hebben we het weer steeds bestudeerd, en besluiten niet rechtstreeks maar via Marokko naar de Canarische eilanden te gaan. Het is rustig weer en tijd om afscheid te nemen en de boot weer in te richten voor een oversteek van ruim een dag.